Portugal Tour: over gave trails met een snelle leerling
Het was de tijd dat ik voor langere ritten nog een paar boterhammen met leverpastei in mijn achterzak stak, Cannondale zo’n beetje het enige fietsmerk was dat ik kende en ik op mijn eerste ontdekkingstochten door het het Groesbeekse bos droomde van lange beklimmingen in het hooggebergte. In die tijd nam de fietsgroep van mijn broers me al snel mee op sleeptouw naar marathons in onder meer het Sauerland, de Ardennen en ook de Alpen. Als groentje in de mountainbikewereld kreeg ik een waardevolle beginnerscursus over wat het rijden van een wedstrijd inhoudt, eentje waar ik tot de dag van vandaag profijt van heb.
Nu is Lomas Wefing net zo jong als ik toen, maar alles behalve een groentje. Ik leerde hem vorig jaar kennen tijdens mijn wereldbekeravontuur in Albstadt, waar hij meedeed aan de UCI Junior Series. Lomas (Britse vader, Duitse moeder en woonachtig in Darmstadt) weet beter dan ik hoe je een cross-countryrace aanpakt. Maar een marathon, dat is voor hem (19 jaar pas) nog relatief nieuw. En een UCI-meerdaagse voor duo’s, dat helemaal. Omdat het wel een discipline is die hem ligt, besluiten we in overleg met zijn vader en trainer Christopher om mee te doen aan de Portugal Tour MTB, een fantastische meerdaagse in de afgelegen streek rondom Viseu en perfect voor een snelcursus ‘stageracing’.
Vorig jaar reed ik deze zesdaagse (een proloog en vijf etappes) net als de Transalp samen met ThijsHendriks.nl-Bikesight ploeggenoot Bart, maar allebei hebben we behoefte aan een keer wat anders. Hij rijdt daarom met de sterke Roel Verhoeven. Ik ga, als ervaren marathonbiker, met een jonge talentvolle gast van negentien op pad. Ik vind het een heerlijke uitdaging. Het doel is om samen een steady meerdaagse rijden, plezier te maken en te genieten, alles zo veel mogelijk heel te houden en als het even kan (en dat kan in de niet zo zwaar bezette UCI.S2-race) voor Lomas nog een paar belangrijke punten scoren voor de wereldranglijst.

Op basis van de paar keer dat we vorig jaar samen hebben gefietst weet ik dat Lomas ongeveer even sterk is als ik, maar als ik zie hoe goed hij de winter doorkomt weet ik al dat het voor mij waarschijnlijk hetzelfde wordt als met Bart: ik ga racen met een teamgenoot die sneller is. Dat wordt bevestigt in de week voor de start, waarin we een paar keer samen trainen. In die ritten kunnen we een klein beetje werken aan onze tactiek. Lomas is de betere klimmer, maar ik ben de snellere daler. Voor mezelf maak ik een planning die ik deels ook met Lomas bespreek. Dat houdt in: volle bak in de proloog, zo snel mogelijk in de eerste etappe zonder elkaar op te blazen, de tweede en derde rit goed doorkomen zonder al te diep in de reserves te gaan en dan alles eruit persen in de vierde etappe (een xc-race) en de slotrit. We komen uiteindelijk een heel end in de buurt.
‘Maar als ik zie hoe goed hij de winter doorkomt weet ik al dat het voor mij waarschijnlijk hetzelfde wordt als met Bart: ik ga racen met een teamgenoot die sneller is’
Proloog
Tijdens de proloog blijkt al meteen dat Lomas net zo’n trouwe metgezel is als Bart. Ik heb een uitstekende start en neem het eerste gedeelte van de 8 kilometer voor mijn rekening, maar als hij overneemt en ik op de laatste van de lastige beklimmingen niet meer kan volgen (misschien ben ik iets te enthousiast geweest) heeft hij dat snel in de gaten. Gelukkig maar, want ik heb niet meer de energie om hem te laten merken dat ik eraf moet. Onze twaalfde plek op dit lastige parcours en de manier hoe we dat voor elkaar hebben gekregen geeft veel vertrouwen voor de komende vijf etappes.


Etappe 1
Het is een fijne constatering als we met een hoog tempo de snelle eerste twintig kilometers aan het afraffelen zijn: ik hoef Lomas niet uit te leggen dat het in deze fase van een meerdaagse verstandig is om zoveel mogelijk tussen de wielen te rijden. Zelf ziet hij ook dat de teams om ons heen zichzelf op de korte poefjes in de vernieling aan het rijden zijn. Hij kan ook niet harder, geeft hij aan. Het geeft mij het gevoel dat we meer aan elkaar gewaagd zijn dan vooraf gedacht. De volgende vijftig kilometer zijn we op ons zelf aan gewezen en werken we op en top samen. Totdat we een afslag missen, ik een mentale tik krijg en er ook fysiek doorheen kom te zitten.
Lomas heeft er moeite mee dat onze opmars tot een einde komt. Hij wil me wel helpen, maar doet dat op de verkeerde manier. Bovenaan de steile beklimmingen wacht hij, maar versnelt hij vervolgens te explosief waardoor ik er weer vanaf moet. Als we op een twaalfde plek zijn binnengekomen leg ik uit hoe Bart mij hielp zo hard mogelijk een klim op te rijden. Het maakt me overigens niets uit: voor dit soort dingen zijn we hier én onze conditie biedt genoeg perspectief voor de komende dagen.

Etappe 2
De volgende etappe krijgen we al snel een volgende les. In de neutralisatie is een flinke valpartij. Ik zit voorin en het gebeurt achter mij (een wiel raakt zelfs mijn trapper) en ik vrees dat Lomas erbij ligt. Mijn jonge teamgenoot laat echter pas merken dat hij oké is als ik meerdere keren achterom heb gekeken en ik mezelf vervolgens maar naar rij tien heb terug laten zakken. Daardoor beginnen we veel te ver van achter aan de startklim. Ik zit in het gedrang en we zijn eenmaal boven opnieuw op onszelf aangewezen. Lomas neemt het initiatief en gebruikt de tips van een dag eerder: ik kan zijn rustige versnellingen bovenop de korte poefjes nu prima volgen. Op de langste beklimming van de dag (800hm) zijn we weer een perfect team. Het maximale klimtempo van mijn teamgenoot kan ik prima volgen en we pikken verschillende teams op. Precies zoals ik het in gedachte had.
In de lastige afdaling merk ik dat ik een groter verantwoordelijkheidsgevoel heb dan toen ik met Bart onderweg was. Ik schrik me een hoedje als Lomas ineens niet meer in mijn wiel zit. Het blijkt ‘gelukkig’ een lekke band te zijn. Lomas blijft knap rustig, maar is wel teleurgesteld in het resultaat (15e). Het hoort erbij, leg ik hem uit en als hij verhalen van andere teams hoort (de pechfactor is hoog in Portugal) kan hij er mee leven.

Etappe 3
In de koninginnerit wil Lomas er het liefst mogelijk meteen invliegen. Uit angst voor het parcours (ik heb vorig jaar in deze rit flink afgezien in het wiel van Bart) en ook omdat het voor mijn Britse teamgenoot de eerste keer wordt dat hij tegen de 100 kilometer gaat rijden in een wedstrijd zet ik vanaf de start de handrem erop. Lomas luistert perfect, maar vraagt wel verschillende keren wanneer hij nu eindelijk een keer mag gaan ‘pushen’. Pas na het prachtige middeleeuwse dorpje Drave gaat de gaskraan open. Aan de manier hoe we de laatste 30 kilometer afraffelen door beide ons werk te doen en verschillende teams voorbijvliegen heb ik spijt van mijn voorzichtigheid: er had veel meer ingezeten dan de veertiende plek.
‘s Avonds heeft Lomas daar verrassend weinig moeite mee. Ik weet dan al dat het een echte marathonbiker is (niet alleen door zijn duurvermogen, maar ook omdat hij onderweg kan genieten van uitzichten), maar dat bevestigt hij nog maar eens als hij aangeeft dat de energie die we in deze rit gespaard hebben ons nog wel eens van pas gaan komen in de laatste twee dagen. Precies wat ik hem met deze manier van koersen duidelijk wilde maken: want was hij alleen van start gegaan, dan was hij in een van de eerste ritten waarschijnlijk te diep in zijn reserves gegaan. Hoe we nu rijden heeft hij niet alleen in de slotfase van deze etapperace nog profijt van zijn sterke conditie, maar ook in de maanden die gaan komen.


Etappe 4
We staan allebei te trappelen om in deze korte xc-etappe (drie ronden van 10 kilometer) te laten zien wat we in onze mars hebben. We bespreken zorgvuldig onze tactiek voor de startklim: Lomas geeft alles wat hij heeft, ik rij ook zo hard mogelijk naar boven en in de lange afdaling richting de finish gaan we pas hergroeperen. Dat gaat verrassend soepel. Lomas rijdt even op kop en zit op het hoogste punt in het wiel van de eerste twee teams. Ik ga ook erg lekker en hang daar maar een handvol seconden en plekken achter.
Maar dan gaat het mis: ik mis een afslag in een slecht uitgepijlde bocht en sluit na een extra lusje ergens midden in het veld weer aan. Lomas heeft beneden minuten op me staan wachten. Maar waar ik er helemaal klaar mee ben, heeft hij maar een doel voor ogen: zo snel mogelijk plekken terugwinnnen. Mooi om op die manier een les te krijgen van mijn jonge teamgenoot. Niet opgeven is het credo en op die manier persen we er toch nog een veertiende plaats uit, waar een plek in de top tien haalbaar was geweest.


Etappe 5
Dan moet het in de laatste etappe maar gebeuren. Ik geef aan Lomas aan dat ook nu vanaf het begin de gaskraan open mag. Helaas is de startklim – waar we onze traag startende concurrentie onder druk willen zetten – voor een groot deel geneutraliseerd. Ik laat me op het moment suprême naar achter dringen en geef op het restant van de (lange) klim alles om alsnog aan te haken bij teams die boven ons staan in het klassement, maar dat gaat niet soepel.
Het is voor het eerst dat Lomas en ik niet echt als een team acteren. Hij heeft goede benen en staat volop in de racemodus. Hij moedigt me aan, maar tilt me met zijn enthousiasme telkens net over het randje. Ik hang constant aan het elastiek en laat dat maar een beetje op zijn beloop: in het klassement valt er voor ons toch maar weinig te winnen of te verliezen. Ik ben door al het afzien ook niet in staat om hem duidelijk te maken wat ik nu van hem verwacht, een eerste keer ook dat de taalbarrière ons parten speelt.
Toch zitten we na de eerste verzorging nog in een prima uitgangspositie. De etappe is prachtig en bijzonder technisch. We gaan prima naar beneden, maar met het oog op het veilig halen van de eindstreep doe ik iets voorzichtiger dan de dagen ervoor. We verliezen daardoor de teams vlak voor ons uit het zicht. In de slotfase is bij mij het beste er wel af, maar werken we gelukkig wel weer samen als een team. We finishen daardoor op een nette twaalfde plek, en schuiven onverwachtse zelfs nog een plekje op in het klassement (dertiende).


Resumé
Het is het einde van een zeer gave en waardevolle meerdaagse, met een mooie score van 18 UCI-punten en belangrijker: een hoop wijze lessen voor zowel Lomas als voor mij. Het was mooi om met een iets ander doel aan een duorace mee te doen. De dagindeling, logistieke rompslomp, manier van koersen en het racen in teamverband: Lomas was niet alleen rap op de fiets, hij bleek op alle fronten een snelle leerling. Hij genoot zichtbaar van het rijden van een etappewedstrijd (er is ook weinig mooiers), ik had er plezier in om hem (waar nodig) bij de hand te nemen en het was erg gaaf om onderweg een team met hem te vormen. Bijzonder om zoveel mee te maken met een buitenlandse, jonge jongen die ik een jaar geleden nog niet kende.
Het maakte het een bijzondere week waar ook ik met volle teugen van genoot. De Portugal Tour MTB bewees namelijk opnieuw, met dank ook aan de zomerse omstandigheden, een fantastische wedstrijd te zijn. Een regelrechte aanrader: voor 35o euro (inclusief overnachtingen in fantastische hotels) krijg je zes perfecte dagen. De organisatie van deze stagerace is jong en ambitieus en heeft oog voor details. Veel, zo niet bijna alles, is tot in de puntjes geregeld. Maar het belangrijkste: de streek waar je doorheen fietst is fantastisch. Het gebied rondom Viseu is ongerept en verlaten, met schitterende vergezichten, echte mountainbikepaden (verwacht geen ‘Duits’ gravel) en oude, karakteristieke dorpjes waar de tijd heeft stilgestaan.

Een van de hoogtepunten is de passage door het middeleeuwse dorpje Drave, dat verscholen ligt tussen de bergen en alleen via een technische singletrail (naar beneden en omhoog) te bereiken is. De organisatie had de meeste technische singetracks bewaard tot de laatste rit, dat daardoor een aaneenschakeling werd van natuurlijke, pure mtb-trails van een schoonheid die ik een marathon zelden ben tegenkomen. Echt een toetje!
Ik had nog wel een paar dagen willen blijven, maar gezien de vermoeidheid waar ik een week naderhand nog mee kampte was dat niet verstandig geweest. Inmiddels ben ik hersteld en klaar voor de volgende wedstrijden. Want tijdens de Portugal Tour heb ik gemerkt dat mijn eigen conditie misschien nog wel iets beter is dan die van vorig jaar én dat ik – mede met dank aan mijn perfect functionerende Specialized Epic FSR – technisch veel heb geleerd.
Benieuwd wat dat me dit seizoen op gaat leveren!
