9th-Wave-logo-OG-Compleet-logo-A_nl

Als je al een flinke lading mooie wedstrijden achter de rug hebt, voor je gevoel in een prima vorm steekt en voor het naderende hoofddoel van het jaar alleen nog maar de puntjes op de i hoeft te zetten, dan schept dat mogelijkheden. Met nog krap drie weken tot de start van de Craft Bike Transalp rij ik nog een aantal marathons als voorbereiding. De MTB-Marathon am Rursee, derde manche van de SforZ Marathoncup en tevens het open NK, was daar één van. Dankzij een flinke lading door mijn benen opgewekte nieuwsgierigheid leek het me een mooi moment om de ‘dood of de gladiolen’-tactiek weer eens te testen.

Oftewel: volle bak van start en dan maar zien waar het schip strandt, een mogelijke ineenstorting met alle vervelende gevolgen van dien voor lief nemend. Want wie kent er niet het ultieme verlangen naar vette hap aan de streep, terwijl je met kramp in de benen, een krakende fiets, schrale reet en een grote hoeveelheid zelfmedelijden vaststelt dat je nog meer dan twintig kilometer voor de boeg hebt en beter in het begin wat groepjes had kunnen laten rijden?

rursee1
De MTB am Rursee-marathon is een aanrader. Kleinschalig, goed georganiseerd en de omgeving is echt wel heel mooi. Prachtig meer en leuke (niet al te technische) paden. De route gaat richting Monschau.

Toen ik naar de start fietste kreeg ik ernstige twijfels bij dat plan: na een pittige trainingsweek met onder meer een (mislukte) Ronde van Didam voelde de benen toch wel wat vermoeid. Ik besloot daarom een tweede, totaal tegenovergesteld scenario uit de kast te trekken als mogelijke escape: een zeer rustige eerste ronde, gevolgd door een snelle tweede ronde. Ik mocht van mezelf in de eerste kilometers bepalen welk plan het zou worden.

Nou, na de eerste vlakke kilometers was die keuze zo gemaakt. Ik draaide bijna op kop de eerste beklimming op, kon het niet laten om mijn wagonnetje aan te haken bij de mannen die voorop het tempo maakten en toen ik na een paar minuten volle bak bergop rijden energie vond om achterom te kijken en zag dat er al een flink gat was ontstaan stond de racemodus volledig aan. De dood of de gladiolen it was! Op de volgende (korte) beklimmingen kon ik verbazingwekkend makkelijk bij de inmiddels gevormde kopgroep van ik een renner of zes blijven. In de eerste afdalingen moest ik wat meters laten, maar telkens kon ik het gaatje op de eerste hellende meters weer dichtrijden. Dat gaf vanzelfsprekend een enorme kick (hard work pays off!), maar op mijn wattagemeter durfde ik niet echt te kijken.

rursee2
De zoektocht naar foto’s van mezelf onderweg is niet gelukt. Hier dacht ik beet te hebben, maar het is de start van de halve marathon waar een Duitser met eenzelfde type outfit op dezelfde plek rijdt.

De eerste paar kwijlstrepen vonden echter hun weg van mijn kin naar mijn bovenbuis en dat is altijd gevaarlijk signaal. Halverwege de tweede lange beklimming moest ik dan toch de rol lossen en werd ik gepasseerd door latere winnaar Robert Mennen. Net onder de top haalde ook hardrijder Rob van der Werf – hij had al even met pech stilgestaan – me bij. Ik reed richting en over de top een stukje in zijn wiel en besloot mijn plannen te wijzigen.

Ik had veel gegeven het eerste half uur van de wedstrijd, maar mijn benen voelde nog steeds prima én ik lag in een zeer mooie positie. Zonde om dit te verspelen door nog een tijdje boven mijn macht door te gaan en dan geparkeerd te staan (en ik had toch ook niet zoveel zin in bovengenoemde situatie van een veel te vroeg en te groot verlangen naar de finish). Ik besloot vanaf dat moment in een strak marathontempo naar de streep te rijden, in de hoop een mooie top-tien klassering binnen te slepen. Van der Werf was inmiddels weer gestopt om zijn band bij te pompen. Ergo: ik was op mezelf aangewezen.

En dat vond ik eigenlijk helemaal niet erg. Met de blik op de waardes van mijn grote vriend Rotor Inpower vond ik een heerlijke cadans. Ver voor me en zeker een minuut achter me was niemand te zien. Pas rond kilometer 35 zag ik achter me twee deelnemers naderen. Het duurde niet lang voordat ze bij me waren. Een kende ik niet (en kon ik niet volgen), de andere was good-old Jan Weevers, met wie ik dit seizoen al vaker samen heb gereden. Vanaf dat punt werd het qua gebeurtenissen een saaie race. Om een lang verhaal kort te maken: Weevers en ik verstonden elkaar (stilzwijgend) perfect en reden vrijwel de hele race samen.

rursee3
Een paar Nederlanders op de steile skihelling. Kort na deze zware passage sloot Weevers bij me aan.

We deden beiden ons kopwerk bergop (al reed hij me op de tweede lange beklimming bijna los) en in de afdalingen (die weer ietsje beter liepen) hield ik de schade beperkt (ook door soms op kop te gaan zitten). Tegen het einde van de wedstrijd trok Weevers nog eens door op een korte strook bergop. Ik had al lang niet meer overgenomen, zat er aardig doorheen en om onze goede verstandhouding te bewaren zei ik: “Jan, ik kom je wiel niet meer uit hoor.” Er kwamen echter nog wat stukken bergop, de kramp waar ik al een paar kilometers mee kampte verdween en Jan viel ook wat stil. Ik haalde ‘m toch nog maar eens in, kreeg daar wel weer moraal van en schroefde het tempo extra op.

Waarschijnlijk ging daarmee het knopje ‘racemodus van vroeger’ bij Weevers aan. In de vergelijking tot de 60 kilometer daarvoor werden de laatste 8, grotendeels dalende kilometers, daardoor vrij spectaculair. Weevers probeerde bij me weg te rijden op enkele technische paadjes, ik probeerde dat te verhinderen door ervoor te kruipen, maar dat lukte maar één keer. Doordat ik op de laatste ‘trail’ ook nog rechtuit tegen een compleet roze geverfde boomstronk aanreed, moest ik in de laatste twee vlakke kilometers een gat van een meter of vijftig dichtrijden. Een korte tijdrit na ruim vier uur koers, het deed heerlijk pijn in de benen. Elke keer als ik dichterbij kwam, keek Weevers weer om en versnelde hij weer iets. Bij de vierde keer vond ik het wel mooi geweest.

Door wat uitvallers kwamen we namelijk als vijfde en zesde over de streep. Conclusie: blij met mijn eigen prestatie, vooral omdat ik na mijn (te) snelle start niet ben ingestort. Met dank aan de ervaren Weevers.

Want wat is dat nog een klasbak!

Wattages Rursee Marathon  4.13 uur  95km/2400hm
Gemiddeld Normalized Hartslag
317 279 159

Sponser

Voeding Rursee Marathon Gem. temperatuur: 12 graden 
Sponser Energy Plus 60ml 1
Sponser Energy Plus 40ml 1
Sponser Energy Long 40ml 2
Sponser BCAA 60 ml 1
Sponser Activator (vooraf) 1
Sponser Magnesium 1
Bidon (750ml) Sponser Competition 3