Als verslaggever van een lokale sportkrant moet je soms wat extra moeite doen om een leuk verhaal te kunnen schrijven. En dus vroeg ik Ferdi van Katwijk, een van de weinige veldrijders uit de regio, de afgelopen weken meerdere malen of hij op zijn crosser van start ging bij de Jos Feron Cup in Overloon. Van Katwijk, verdienstelijk elite-coureur op de weg en telg uit een bekend wielergeslacht uit Oploo, hakte een paar dagen vooraf de knoop door in mijn voordeel: hij ging starten.

Meteen daarna vroeg hij wat mijn plannen eigenlijk waren en ik begon ‘m te knijpen. Mijn smoezen ‘ik heb nog geen crosser’ en ‘daarna meedoen op de mtb gaat niet, want ik moet ’s middags naar een voetbalwedstrijd’ maakte echter geen indruk op ‘m. Om een lang verhaal kort te maken: ik stond zondagochtend voor het eerst in mijn leven aan de start van een veldrit. Op de bijzonder snelle carbon Merida van Ferdi’s vader Fons, die me in twee proefritjes wel heel erg goed was bevallen.

Niet lang nadat ik geconstateerd had dat het startveld klein was, maar wel gevuld met kleppers (inclusief Ferdi himself), reed ik als een van de laatsten van een lint crossers over de enige modderstrook van het rondje op het terrein van het Oorlogsmuseum. Met plekjes goedmaken was ik niet bezig, wel met zo soepel mogelijk rondrijden over de korte klimmetjes en zandafdalingen aan de andere kant van het parcours.

Juul 4
Leuke zandklimmetjes, leuke, korte afdalingen. Alhoewel mijn moeilijke blik misschien anders doet vermoeden: ik vermaakte me wel. Foto: Ed van Alem/DG

Conditioneel ging het wel oké – al kon ik door te weinig cross-ervaring niet al mijn energie kwijt – en ik kwam snel in een lekker ritme. Dat rijden op een crosser bijzonder leuk is had ik tijdens de twee proefritjes al geconcludeerd en dat werd tijdens de koers in Overloon nog maar eens bevestigd. Het gevoel van snelheid, het bochtjes maken, naar beneden stuiteren en schuiven over los zand: erg leuk, en goed voor je techniek. Wel wat minder voor je arm en rugspieren, maar dat mocht de pret niet drukken.

Na een ronde of drie (al doende leert men) vertoefde ik inmiddels ruim binnen mijn comfortzone. Zelfs het met de fiets op de rug een trap oplopen ging soepel. Ik durfde op sommige stukken wat meer snelheid te maken en liep daardoor in op de twee gasten voor me. Ook begon ik me wat meer met de randzaken van de koers te bemoeien. De echte wedstrijdrijder weet dan: dat kun je beter niet doen.

Juul 3
Ik voelde me net Matthieu. Foto: Ed van Alem/DG

Ik zag op een van de klimmetjes de man staan op wiens fiets ik aan het rondrijden was. Nu moet je weten dat Fons van Katwijk een naam is die er in de wielerwereld echt toe doet. Fons won twee etappes in de Ronde van Spanje en was altijd sterk in Vlaamse eendagkoersen (meerdere keren top tien in Gent-Wevelgem). Als je op de fiets van een Flandrien met zo’n palmares rondrijdt en hem dan ook nog langs de kans ziet staan, dan wil je het beste van jezelf laten zien. Dus trok ik even volle bak door en attendeerde Fons bovenaan dat ik dat deed op zijn fiets. Fons moest lachen en voegde er toen ik het zanderige afdalingkje indook nog wel even aan toe: “kom op hé, naar voren”.

Naar een man als Fons luister je natuurlijk. De twee coureurs voor me waren inmiddels binnen handbereik en toen ik bovenaan de volgende zandafdaling zag dat een achterblijver onderuit was gegaan en half over het pad lag, twijfelde ik geen moment. Afstappen was op weg naar mijn opmars geen optie, ik moest er langs op, want anders koste het teveel tijd. Verkeerde keuze: de achterblijver maakte een wat rare schijnbeweging met opstaan waar ik toch wel wat van schrok en voordat ik er erg in had sloeg mijn stuur dubbel en kukelde ik over de kop aan de linkerkant het heuveltje af.

Gelukkig deed het geen pijn, was de fiets nog heel én gebeurde het buiten het gezichtsveld van Fons. Het hele voorval kostte me echter een minuutje (ik lag hulpeloos op mijn rug met mijn fiets bovenop me) en daarmee was mijn wedstrijdgevoel wel verdwenen. Ik reed de race comfortabel uit en finishte als dertiende van de zeventien. Fons vond het allemaal prachtig (en was blij dat zijn fiets mijn ritje had overleefd) en kon trots zijn op zoon Ferdi: die werd derde!

overloonjuulmariannealleleijn
Hier lijkt het allemaal nog goed te gaan..
juuloverloonmariannealleleijn
… maar helaas. Foto’s: Marianne Alleleijn

Nogmaals dank aan Ferdi en Fons voor het mogen lenen van de crosser. Volgende winter wil ik er zelf een hebben, nu snel weer de mountainbike op!