Ze leverde een historische prestatie door als eerste Nederlandse een wereldbeker te winnen. Maar alhoewel Anne Terpstra in Vallnord de beste was binnen de termijn van het Olympische kwalificatietraject van het NOCNSF, is ze daarmee nog niet zeker van een ticket voor Tokio. En dat terwijl haar landgenote Anne Tauber dat wel al is. Hoe dat precies zit, vraag misschien wat uitleg. Bikesight sprak erover met bondscoach Gerben de Knegt.

Dat de fantastische eerste plek van Terpstra haar geen nominatie voor de Spelen opleverde, komt omdat de renster van Ghost de manche in Andorra vooraf niet heeft aangewezen als kwalificatiemoment. ,,Dat kunnen rensters tot in de week voor de start nog aangeven”, legt De Knegt uit. ,,Ze had denk ik niet verwacht dat het zo goed zou gaan.”

Kwalificatiemomenten
De eisen van het NOCNSF liggen hoger dan het IOC; het gaat daar simpelweg niet alleen maar om ‘meedoen’. In totaal heeft het Nederlandse Olympische comité zes kwalificatiemomenten voor zowel de mannen als de vrouwen ‘beschikbaar gesteld’. Twee liggen er vast: de WK van 2019 (eind augustus) en de EK van 2020 (halverwege mei). Daar is een plek bij de beste twaalf (WK) of beste tien (EK) voldoende voor nominatie (en indirect kwalificatie). Daarnaast kan een atleet zelf nog vier wedstrijden aanwijzen. Daarbij kan gekozen worden uit alle wereldbekers van 2019 (zeven manches, drie zitten er al op), het EK van 2019 (eind juli) en één wereldbeker van 2020 (in mei in Nove Mesto). In de wereldbekers is een plek in de top zes noodzakelijk, of twee keer een top twaalf. 

,,Ik heb me bij het NOCNSF hard gemaakt voor het EK van 2020 als extra nominatie-moment”, legt De Knegt uit. ,,Dat zie ik als een soort escape. Op een EK is het vaak toch een wat minder deelnemersveld.”

Olympische Landenranking
Alle uitslagen gaan uit van een geschoonde lijst. Dat wil zeggen: als er vier Zwitsers in de top tien staan en er mogen er maar drie naar de Olympische Spelen, dan tellen er maar drie mee. Zo kan op het EK ook een elfde, of in een raar geval zelfs dertiende plek voldoende zijn. Hoeveel atleten van een land daadwerkelijk gaan is afhankelijk van de Olympische Landenranking. De eerste drie landen op die speciale ranglijst krijgen drie startplekken, de nummers vier tot zeven twee en alles daarachter één.

Nederland staat op dit moment bij de mannen zesde en bij de vrouwen zelfs derde en zou op dit moment dus recht hebben op in totaal vijf startplekken. De Knegt: ,,De landenranking wordt opgemaakt tussen 28 mei 2018 en 28 mei 2020. De beste drie renners van een land op de UCI-ranking tellen telkens mee. De punten tellen daarbij op, dus vervallen niet meer. Het is daarom dat ik rensters als Lotte Koopmans en Sophie von Berswordt meeneem naar grote wedstrijden. Zij zijn belangrijk voor onze score. Wat opvallend is dat een Team Relay op de kampioenschappen ook wordt meegeteld. Dat nemen we daarom ook een stuk serieuzer.”

Tauber en Van der Poel
Naast Tauber heeft ook Mathieu van der Poel al een nominatie op zak. Zij zijn vrijwel zeker van de Olympische Spelen. Alleen als een ander het beter doet én er onvoldoende startplekken zijn, ontstaat er een probleem. Dat lijkt (zeker bij de vrouwen) niet aan de orde.

Toch is er zeker ook nog een kans dat er bijvoorbeeld een tweede man naar de Spelen gaat. Milan Vader, die in een goede vorm verkeert, zou – met een geschoonde lijst in gedachte – zo maar eens tiende kunnen worden op een EK (van 2019 of 2020). Hetzelfde geldt volgend jaar voor bijvoorbeeld David Nordemann. Mochten ze allebei aan de eis voldoen, dan moet Nederland wél drie startplekken verdienen. Dat lijkt op het eerste gezicht een lastige opgave.

Terpstra
En dan terug naar de ‘case’ waar we mee zijn begonnen. De tweede Nederlandse vrouw op de Spelen. Het lijkt voor Terpstra geen probleem om zich alsnog te plaatsen voor de Olympische Spelen. Ze heeft nog al haar zes nominatie-momenten en met dat wat ze nu laat zien, is het slechts een kwestie van tijd. En misschien lukt het komend weekend al, want het kan haast niet anders dat ze na haar zege in Andorra de wereldbeker van Les Gets aanmerkt als nominatie-race (we wachten op die bevestiging).

Budgetten
De bondscoach is in ieder geval in zijn nopjes met de huidige ontwikkelingen. Drie jaar geleden ging Nederland met Rudi van Houts en Terpstra naar de Spelen, maar waren medailles niet aan de orde. Nu lijken er zelfs drie kandidaten voor eremetaal te zijn. ,,We zijn door NOCNSF sinds toen gekort op budget”, verklaart De Knegt. ,,Doen we het in Tokio goed, dan maken we weer veel meer kans op subsidies en budgetten. Sowieso is het mooi om te werken met een ploeg vol kanshebbers.”