Zelden zo volle bak gestart als tijdens de Hel van Groesbeek vorig jaar. Ik kwam in de top tien de crossbaan af, maakte met een slimme manoeuvre in de eerste 180 graden bocht nog wat plaatsen goed en dook als vijfde het bos in. Lang kon ik er niet van genieten, want op de enige honderd meter parcours die ik vooraf níet had verkend, reed ik met mijn stuur tegen een boom. Gevolg: valpartij en ongeveer vijfhonderd gestresste mountainbikers in mijn nek.

Met behulp de adrenalinekick die ik van mijn niet zo slimme move kreeg stond ik niet alleen heel snel op, maar perste ik ook twee maximale rondes uit mijn benen. Dat had ik beter niet kunnen doen, want in de derde ronde van 35 kilometer kreeg ik een gigantische rekening gepresenteerd. Door een verval van zo’n beetje tien minuten kwam ik na 105 kilometer wedstrijd uit op een tijd van vier uur en driekwartier en een 44e plek.

Toen ik afgelopen zondag in het startvak stond van de tweede editie van de wedstrijd die door mijn trainingsgebied loopt, had ik me dan ook – ondanks mijn trainingsvakantie in Tenerife en een bijbehorend goed gevoel in de benen – drie dingen voorgenomen. Tranquilo, tranquilo en tranquilo bij de start (voorzover dat mogelijk is op snel rondje vol met kuitenbuiters van telkens enkele tientallen hoogtemeters).

Nu is het me sinds het de Bart Brentjens Challenge van afgelopen oktober heel goed bevallen om vooraf een duidelijk plan te hebben en – dat is het belangrijkste – je daar vervolgens ook aan te houden. Dus toen ik zondag na de eerste paar dalende kilometers mannen waarbij ik graag in het wiel zou zitten  zag wegrijden (ik noem bijvoorbeeld Der Tibor) en ik me realiseerde dat ik met net een beetje extra inspanning best mee zou kunnen, deed ik dat niet.

juulbenvanreeden1
Starten grotendeels bergaf, hier probeerde ik zonder al te veel energie te verspelen nog een plekje goed te maken ten koste van Bas van de Vorst. Lukte niet, overigens. Foto: Ben van Reeden

Niet makkelijk, maar de gedachte aan de verschrikkelijke laatste ronde van vorig jaar hielp me om mijn plan toch gewoon uit te voeren en zo ging de blik op de eerste relatief lange beklimming richting de hartslagmeter. Ik werd wat gepasseerd en kwam in een groepje terecht wat een mooi tempo reed. Het kleine beetje lucht dat ik door mijn gedoseerd rijden over had, gebruikte ik om op de stukken waar dat kon zoveel mogelijk muesli-repen naar binnen te werken. Het kacheltje moet immers wel branden.

Het groepje waarmee ik reed wisselde nog een paar keer van samenstelling, maar halverwege de tweede ronde reed ik met een paar mannen in het wiel waarvan ik merkte dat ze niet veel meer over hadden. Nu had ik zelf ook al paar lichte krampaanvallen gehad. Die zetten echter niet door en toen ik voor me het groene shirtje van Mark van Schie zag rijden – normaal iemand die ik niet kan bijhouden – besloot ik dat het tijd was om mijn laatste restje extra energie te gaan aanspreken.

Boven aan de BOVelo Bikesight Bergprijs reed ik met een kleine versnelling naar zijn achterwiel. De rest van het groepje kon op hangen en wurgen mee, behalve één man van VisscherHolland. Die had nog veel meer over en versnelde richting het laatste ‘wortelpad’. Daar brak het. Van Schie en ik moesten alle zeilen bijzetten om hem bij te houden, maar reden op die manier wel de rest los.

Daarna was alles of niets. Van Schie en ik konden met moeite de VisscherHolland-man bijhouden. Na een paar beklimmingen en flink wat gevloek en gekreun van zowel Van Schie als van mij hoorde ik vanuit mijn wiel de verlossende zin: “Laat maar lopen Juul, hij gaat te hard.”. Niet lang daarna sloten we een deal n om met zijn tweeën zoveel mogelijk samen te werken en mensen op te rapen en dat ging tot in de laatste vijf kilometer best aardig.

juulbenvanreeden2
Met Van Schie in het wiel een lastig klimmetje in het Grundig Bos op. Foto: Ben van Reeden

Ik hoopte echter steeds het witte shirt van Der Tibor voor me te zien, maar toen ik door informatie langs de kant in de gaten kreeg dat ik die niet meer in ging halen, kon ik me niet meer motiveren het relatief maximale tempo vol te houden. Zo reed Van Schie in de laatste kilometers bij me weg, haalde ik nog een dood vogeltje van De Noordbikers in en kwam ik als 32e over de streep.

Twaalf plekken beter dan vorig jaar, maar in exact dezelfde tijd: vier uur en driekwartier. Alleen het gevoel na afloop was alleen een stuk beter.

juulwimlemmers1
Alleen op weg naar de streep. Duidelijk te zien dat die drie lastige rondjes niet vanzelf gingen. Foto: Wim Lemmers