AADORP – Amateurs, maak je borst maar nat. John Vos keert na elf jaar afwezigheid terug in het wedstrijdcircuit. De man die in het begin van dit decennium letterlijk alles won wat er te winnen viel, is gemotiveerder dan ooit. Hij zet zich op dit moment met ziel en zaligheid in om op 23 maart bij de start van XC-seizoen in Berlicum in topvorm aan de start te staan. “Het mountainbiken is voor mij meer dan een hobby. Als ik iets doe, dan doe ik het goed. Ik heb mijn leven omgegooid en ga er weer volledig voor”, vertelt de inmiddels 33-jarige mountainbiker uit Aadorp.

johnvos1
John Vos in een van de zeldzame wedstrijden dat hij in 2003 in het rood-wit-blauw reed.

John Vos. Het was in het verleden een naam die iedereen binnen de mountainbikewereld associeerde met winnen. Heel veel winnen. Rijdend voor het Continental-Scott team van Patrick en Jan Bassa (het huidige Merida-Bassa) reeg Vos in 2003 de zeges bij de amateurs aaneen. De man die op het toenmalige forum van MTB-sport.nl ook wel bekend stond als ’the Blue One’ won onder andere de tompcompetitie, de Europacup in Groesbeek,  het regelmatigheidsklassement en werd in Zoetermeer Nederlands kampioen.

“In de jeugd heb ik alle Nederlandse selecties doorlopen”, begint Vos zijn verhaal. “Maar ik ben in die tijd ook veel ziek geweest. Twee keer de ziekte van Pfeiffer gehad. Toen ben ik gestopt, maar in 2001 op 20-jarige leeftijd weer begonnen. Eerst in de funklasse. Dat ging zo goed, dat ik in 2002 bij de amateurs ben gaan rijden. Toen ik halverwege dat seizoen eenmaal mijn eerste wedstrijd had gewonnen, werd ik bijna onverslaanbaar.”

Toch, na anderhalf jaar extreem succesvol koersen bij de amateurs verdween Vos nog sneller van het mountainbike-toneel dan dat hij er in 2001 verschenen was. “Aan het einde van 2003 heb ik goed nagedacht over hoe ik verder wilde. Over een overstap naar de elite bijvoorbeeld. Maar daar is uiteindelijk niks van terecht gekomen. Ik kreeg de kans om een eigen sportzaak te beginnen. Daar ben ik vol voor gegaan. Het was de bedoeling om daarnaast nog wedstrijden te gaan rijden, maar de zaak liep zo goed, dat ik daar geen tijd meer voor had.”

Bijna twee jaar runde Vos zijn zaak met succes. Tot in 2005 het noodlot toesloeg: hij kreeg in ernstig auto-ongeluk. Heel veel wil hij niet meer kwijt over die rotperiode. “Ik heb de dood in de ogen gekeken en heb heel lang moeten revalideren. In een rolstoel gezeten, weer moeten leren schrijven. Mijn zaak heb ik toen helaas moeten verkopen.”

Vos krabbelde uit het dal, richtte zich opnieuw op zijn maatschappelijke carrière, op zijn gezin en een nieuwe sport: motorcross. “Ik kom oorspronkelijk uit een motorcross-familie. Mijn broer en zijn kids crossen, de kinderen van mijn zus crossen. Voor mij was het echt een gezellig familiegebeuren. Ik vond het een mooie sport om te doen, maar nee, het gevoel dat ik op een mountainbike heb, dat heb ik in al die jaren op een cross-motor nooit gehad. Ik moest altijd hard werken op m’n motor. Het ging ook vaak mis. Heb heel wat blessures gehad, en heel wat gebroken. Ik heb toen ook wel al eens gedacht om weer te gaan mountainbiken. Zelfs een keer een nieuwe bike gekocht. Maar die heb ik misschien twee keer aangeraakt. Dat zegt genoeg. Ik was er nog niet klaar voor.”

johnvoszoetermeer
John Vos op het podium van het Nederlands Kampioenschap in Zoetermeer, 2003. Hij wordt geflankeerd door nummer twee Wim van Barneveld (links) en nummer drie Niels Boon (rechts).

Een valpartij halverwege 2013 deed hem noodgedwongen besluiten met motorcrossen te stoppen. “M’n linkerknie lag in puin en ik moest geopereerd worden.  Van de arts kreeg ik te horen dat crossen en hardlopen, want dat deed ik ook redelijk fanatiek, er voor mij niet meer inzat. ‘Anders heb je voor je veertigste twee nieuwe knieën’, zei hij. ‘Maar fietsen is wel goed’.”

Aangezien mountainbiken gezien de staat van zijn knie nog niet heel verstandig was, kocht hij een racefiets. Binnen vijf weken na de operatie, hij kon amper goed lopen, deed hij mee aan toertocht op de weg. “Het was een toertocht waar stevig doorgereden werd. Waar eigenlijk gewoon gekoerst werd. Na 120 kilometer zat ik nog zonder problemen in de kopgroep. Toen kreeg ik een gevoel van: ‘ik kan het nog. Het zit nog in me’. Dat heeft me aan het denken gezet. Het ging zo goed! Toen heb ik besloten: in 2014 neem ik weer een wedstrijdlicentie. Ik ga weer mountainbiken.”

johnvos2
John Vos anno nu.

Met de hulp van zijn persoonlijke sponsoren Kokkie Bikes in Lemerveld, Bikewheels (Diepenheim), Sportvoedingwebshop.com,  Vos Bouw (het bedrijf van zijn vader) en BO Velo (de smeermiddelproducent waar hij sinds begin 2014 vertegenwoordiger van is) richt Vos zich volledig op het wedstrijdseizoen in 2014. “Ik heb een testwedstrijdje gereden, en daar was het gevoel goed. Ik heb nog wel wat last van al het lichamelijk leed dat ik in het verleden heb meegemaakt, maar heb niet het idee dat ik daardoor wordt gehinderd in mijn prestaties. Integendeel. Ik ben een ander mens geworden, ook op het gebied van trainen. Ik heb het gevoel dat ik mezelf nog meer pijn kan doen dan vroeger. Denk dat dat mij een hoop op kan gaan leveren.”

Vos hoopt in Berlicum rond de tiende stek te eindigen. “Maar dat zal niet makkelijk zijn”, is hij eerlijk. “De top bij de amateurs is breed. Maar als me dat in Berlicum lukt, dan weet ik zeker dat ik op het NK meedoe om de podiumplekken.”

Aan de ene kant wil Vos het liefst meteen scoren, maar aan de andere kant heeft hij ook geduld. Zijn terugkeer is een meerjarenplan. Hij traint weer met de schema’s van zijn oude trainer, Leo Meelenhorst.  In 2015 wil hij er echt staan. “Weet je, ik heb er echt heel erg spijt van dat ik na 2003 niet verder gegaan met het mountainbiken en dat ik zo lang heb gewacht met terug te keren. Het voelt niet alsof ik mijn tijd vergooid heb met het motorcrossen, maar ik ben wel echt dom geweest. Dat ik nooit een volledig seizoen in het rood-wit-blauw heb gereden, dat vreet aan me. Het was zo’n mooie tijd. Ik wil die tijd weer herbeleven. Niet zozeer het winnen. Maar het knallen op de mountainbike, het jezelf een uur helemaal leeg rijden. En ik kijk er naar uit oude bekenden weer te zien.”

En wat hij ook hoopt? Dat zijn ouders in Berlicum langs de kant staan. Net als vroeger. “Mijn ouders zijn mijn trouwste supporters. Ze hebben me in het verleden overal naar toe gereden, kwamen altijd kijken. Heb heel vaak met m’n pa getraind. Toen ik een half jaar geleden die toertocht aan het rijden was, zag ik ineens een bekende auto langs de kant staan. Waren ze gewoon komen kijken. Dat is toch prachtig. Dat deed me echt heel veel.”