Rothaus Bike Giro: modder en hulp bij crash verpesten mooie race niet

Een kort stuk vals plat heeft er niet voor gezorgd dat het peloton tijdens het begin van deze laatste etappe van de Rothaus Bike Giro uit elkaar is gevallen. Met een grote groep draaien we door een krappe bocht naar rechts voor de volgende afdaling. De snelheid schiet omhoog. In alle nervositeit die het vechten voor posities met zich meebrengt gaat het vlak voor me helemaal mis. Twee bikers haken in elkaar en de achterste gaat daarbij volledig over de kop. Ik kan de valpartij maar nét ontwijken.

Voordat de opluchting daarover tot me door kan dringen, zie ik dat het menens is. De jongen die het hardst is gevallen is een van mijn vaste concurrenten, de Belg Jan-Frederik Finoulst. Als ik er rechts nipt voorbij wil schieten, hoor ik hem jammeren van de pijn. Ik rem af, zie flink wat bloed op zijn arm, een kapotte helm en maar weinig beweging. In een split-second besluit ik dat verder fietsen geen optie is. Deze jongen heeft hulp nodig.


Of ik ook gestopt was als ik aan vechten was voor een top-10 klassering of een podiumplek, durf ik niet te zeggen. Nu denk ik in ieder geval niet aan mijn positie in het klassement. Niet dat ik tijdens deze mooie, vierdaagse race in het Schwarzwald slecht bezig ben. Nee, de eerste drie dagen verlopen eigenlijk boven verwachting goed.

De RHBG is geen piekmoment, ik zie de wedstrijd vooral als investering op weg naar de MTB Appenninica Stage Race in september. Ik wil ‘m per se rijden, omdat het een fijne meerdaagse marathon is. Ook vorig jaar stond ik aan de start en toen beviel het afwisselende parcours en de strakke organisatie meer dan uitstekend. 

Dit jaar klopt alles opnieuw alleen zijn de weergoden in het Duitse middelgebergte ons minder goed gezind. Het is eigenlijk elke dag slecht weer. Leuk is anders, maar echt balen doe ik er niet van. Vaak rijd ik wel lekker in dit soort omstandigheden.

Etappe 1

De eerste etappe heeft een snel begin, dan een lastige klim en dan het hetzelfde einde als de laatste etappe van vorig jaar. Ik heb besloten om wat meer risico’s te nemen, maar dat lukt in de openingsfase nog niet. Het is vooral aanhaken, heel veel extra jus zit er niet in de benen. Toch kan ik op de lange beklimming wat opschuiven. Boven zit een vervelend, met losse takken bezaaid (loop)stuk en daarna gaan de hemelsluizen vollédig open. Na een fijne, maar lastige singletrack rij ik moederziel alleen door een bizarre regendouche. Ik doe een stevige inspanning om voor het laatste stuk (met flink wat vals plat) aansluiting te vinden bij het groepje voor me en dat lukt.

Heel veel nut heeft het niet en dat is verrassend genoeg een goed teken. Op een of andere manier is de diesel aangeslagen. Ik rij vrij snel vrijwel iedereen uit het wiel, dicht het gat op de leider bij de Masters, ga ook hem voorbij en schuif vlak voor de streep nóg een plekje op. Zowel bergaf – ik rij met de nieuwe Fast Trak met wat meer noppen op mijn voorwiel – als bergop loopt het verrassend goed. Zo word ik na 2.36u 31ste bij de licentiehouders. Niet slecht in dit sterke startveld.

Etappe 2

Na de eerste etappe is de moraal gestegen, maar toch is er ook wat angst voor deze rit die een kopie is van de derde dag van vorig jaar. Het stuk bij Titisee-Neustadt bestaat uit een paar pittige beklimmingen én uitdagende singletrack-afdalingen. Daarvoor zit een snel begin, waar het de kunst is zo snel mogelijk en met zo min mogelijk energie te verspelen (lees: efficiënt) doorheen te komen. Nou, dat laatste lukt in het begin voor geen meter. Ik ben in eerste gravel-afdaling niet brutaal genoeg, moet op het eerste poefje wat herstelwerkzaamheden verrichten en hang daarna in het laatste wiel van het eerste peloton van een man of veertig. Dat is niet handig, dringt tot me door als ik voor de vierde keer na een bocht maximaal moet aanzetten om erbij te blijven.

De eerste serieuze col van de dag begin ik daarom weer moederziel alleen, gelukkig zijn er meer die moeten lossen en zo kan ik toch nog in een groepje op weg richting de Titisee (die je overigens niet ziet). Daar kom ik niet zo lekker in mijn ritme. Lange beklimming één gaat moeizaam, op de tweede (een steile singletrack) kan ik ietwat opschuiven en op de derde kies ik tegen beter weten in het wiel van Finoulst. Het tempo ligt hoog en het is voor mij op het randje. Dan weet ik eigenlijk al dat het ‘m deze dag niet gaat worden, ook omdat ik niet goed op mijn voeding heb gelet.

De laatste tien kilometer hebben nog twee lastige stukken bergop en daar kom ik mezelf aardig tegen. Met een opgeblazen gevoel in mijn maag  (te veel in te korte tijd gegeten) en in mijn benen (te enthousiast meegesprongen) is het overleven richting de streep, waar ik na 3.25u als 38ste binnenkom.

Het is wat onscherp, maar je ziet het inderdaad goed: ik ga op verrassend hoge snelheid over een natte, offcamber liggende wortel. Het vergt, zo is in het scherpe gedeelte van de foto te zien, wat concentratie… maar dalen gaat het gelukkig steeds beter.

Etappe 3

Start en finish is in het tweede deel van de RHBG in Todtnauberg, in het gedeelte van het Schwarzwald waar de cols iets hoger zijn. Deze etappe is een extreme versie van de openingsdag met opnieuw een snel begin en dan twee lange beklimmingen. Weer is het nat en ik start zelfs met mijn regenjack aan. Omdat ik mijn mondkapje op weg naar de start ben kwijtgeraakt en het even duurt voordat ik een andere heb geregeld, sta ik helemaal achteraan het startvak. Het lukt me niet om op te schuiven in de hectische eerste kilometers. Ik besluit rustig te blijven, weet dat de verschillen zullen voor de lange col nog niet zo groot zullen zijn en vermoed dat ik met energie sparen de schade meer kan beperken.

Het witte regenjack dat ik bij zijn debuut in de BEMC al eens volledig zwart fietste, houdt het inmiddels toch al een paar jaar uit. Hier zit ik comfortabel in het wiel van Bram Imming, die er in de snelle openingsfase aardig de sokken in had zitten.

Ik heb het geluk dat ik word opgepikt door de drie leiders bij de Masters en door hen gaat de racemodus weer helemaal aan. We starten gezamenlijk aan de beklimming (die gaat in tweeën). Ik voel me goed, maar die mannen gaan me in de eerste steile stroken nét te hard. Ik kies voor mijn eigen tempo en pak een lekkere cadans. Het gat voor me wordt niet groter dan vijftig meter en ondertussen haal ik heel wat concurrenten in en rij weer op de positie waar ik de eerste twee dagen bivakkeerde. Ik stel mezelf als doel om voor de lange afdaling er weer bij te zitten. Meter voor meter kom ik dichterbij en als het vlak voor de top afvlakt kan ik met een tussensprint de laatst twintig meter dichtrijden. Moraal! 

Ik vrees dat ik deze groep tijdens de laatste zware, twintig kilometer naar de streep weer moet laten gaan. Dat gevoel wordt bevestigd. Op een paar steile stukken word ik een paar keer gelost. Maar telkens kom ik terug én we blijven terugwapperende concurrenten inhalen. Door wat prutswerk van de drie Masters op een steil pad omhoog (met een stuk lopen) zit ik er even voor en krijg ik de kans ze eens wat beter in de ogen te kijken. Zo zie ik dat bij hun het beste er ook wel af is. Tegelijkertijd zie ik een paar honderd meter voor me de Nederlander Thom Bonder rijden en daar wil ik wel graag voor finishen.

Kort gezegd: ik neem het initiatief en pak de kop. Dat gaat bijzonder lekker, maar een paar kilometer voor de streep begint het spel voor de etappezege bij de Masters en er wordt ineens gedemarreerd. Ik zie het te laat, kan de versnelling van de uiteindelijke winnaar niet beantwoorden maar schiet zo wel op een aardig tempo Bonder voorbij. Die schrikt duidelijk wakker, staat ook weer ineens in de racemodus en pakt mijn wiel.

Het is het begin van een intensief einde, waarbij de coureur van Giant me een paar keer bergop probeert te lossen. Ik moet diep in de buidel tasten, maar blijf erbij en plaats zelfs een soort van tegenaanval. Die is tevergeefs, maar ik lijk wel de eindsprint voor plek 27 te gaan winnen. Ware het niet dat er in de laatste 100 meter een bocht ligt, mijn snelheid ietwat hoog is en de hekken ineens wel heel dichtbij komen. Ik moet afremmen en Bonder komt me alsnog voorbij. Dat mag de pret niet drukken: met de 28ste plek na 3.00u ben ik meer dan tevreden.

Regenjack is uit, windjack is uit en ik neem nog een keer een Amacx-gelletje om te beginnen aan de intensieve finale. De man in het derde wiel kon ik helaas niet volgen.

Etappe 4

Ik sta rond plek dertig in het klassement en kan op de laatste dag misschien nog een plekje opschuiven, maar daar ben ik niet zo mee bezig. Op de twee beklimmingen van vandaag ben ik mezelf vorig jaar aardig tegengekomen en dat wil ik vandaag wegpoetsen. Mijn doel is om ze allebei lekker op te rijden.

Dat doel heb ik nog steeds als ik ruim vijf minuten na de valpartij van Finoulst weer op de fiets stap. Tot de EHBO, opgeroepen door een seingever die 50 meter verderop staat, aanwezig is ben ik vooral bezig om een paar honderd bikers om de op het gravel liggende Belg heen te leiden. Hij ligt namelijk in een blinde bocht. Dat hij mijn vraag waar hij pijn heeft (‘overal’) kan beantwoorden zie ik als een goed teken. Gelukkig stopt op d’n duur ook nog een landgenoot van hem en komt hij langzaam overeind: de schade valt gelukkig mee (al ligt hij ter observatie wel een nacht in het ziekenhuis) 

Eenmaal weer terug in koers vind ik de racemodus nooit helemaal terug. Al lukt het me op klim één wel om goed door te trappen, ook omdat ik moraal krijg van het inhalen van de deelnemers die me allemaal voorbij zijn gegaan door het oponthoud. Op het snelle stuk richting de slotbeklimming ben ik het grootste deel aan het freewheelen, maar bergop krijg ik toch wel weer moraal. Ik haal nog zeker een man of vijftien in en kom zo in 2.28u toch nog als 51e over streep.

Resumé

Ik finish als 36e in het algemene klassement bij de licentie-houders en daar ben ik content mee. Het belangrijkste is dat het gevoel veel beter was dan verwacht en dat geeft vertrouwen voor de MTB Appenninica, het hoofddoel van dit jaar. Daarbij waren het, ondanks het slechte weer, vier mooie dagen met trainingsmaten Bart en Robinho in koers en op Camping Rothaus. Iets dat we komend weekend tijdens de Mountainbike van Vlaanderen gaan herhalen. 

Bikesight-ThijsHendriks teamgenoot Bart zat er ook weer lekker en liet zien op de weg terug te zijn. Hij lijkt hier een iets ingevallen gezicht te hebben en dat kan kloppen: de man is nog maar een paar stappen verwijdert van zijn topvorm.

Related posts

Blog LCMT (1): eerst klooien, dan genieten

by Juul van Loon
10 jaar ago

Portugal Tour: over gave trails met een snelle leerling

by Juul van Loon
7 jaar ago

Blog Trans Schwarzwald (5): fijn einde van een snelle meerdaagse

by Juul van Loon
10 jaar ago
Mobiele versie afsluiten