Engadin Bike Giro: over perfecte Zwitserse trails

Na een prachtige, chaotische en vooral heftige Alta Via Stage Race ben ik blij als ik richting het mondaine Sankt Moritz rijdt, voor de Engadin Bike Giro. Eén ding is zeker: het zal tijdens deze drie dagen in Zwitserland allemaal wat gestructureerder verlopen dan de negen dagen in Ligurië. Dat gevoel wordt al snel bevestigd. Een dag vooraf, tijdens een stukje verkennen met fietsmaten Dick, Tibor en Hugo passeren we de gemeentelijke poetsploeg. 

Een gravelpaadje waar we een dag later overheen zullen razen wordt door een man of drie fanatiek schoongeveegd. ,,Oké, dat is misschien wat overdreven”, komen we met zijn vieren overeen. Ik denk terug aan de derde etappe in Italië, waar ik tijdens een ‘downhill’ meer dan een uur lang struinde door een labyrint van steile bergpaden, rotsen, donkere bossen en afgronden en mezelf toch zeker vijf keer afvroeg of er überhaupt wel ooit een pad had gelegen, laat staan mountainbikers hadden gereden. 

Toch is ook de Engadin Bike Giro niet zomaar een walk in the park. Deze meerdaagse wordt georganiseerd door Sauser Events en dat Duitse bedrijf staat bekend om kwaliteit. De wedstrijden (zoals ook de Rothaus Bike Giro) steken goed in elkaar, ook parcourstechnisch. Rondom Sankt Moritz ligt een groot netwerk aan vette mountainbiketrails en die zullen tijdens de Engadin veelvuldig aan bod komen. Oftewel: ik kan in Alta Via aangeleerde downhill-skills meteen in de praktijk brengen.

Ik heb ook wel de ambitie om te strijden voor een mooie klassering, hoe hoog die ook mag zijn. Ik heb geen idee van de tegenstand. Toch kies ik bij het maken van mijn raceplan er niet voor om er vol in te vliegen. Het is nog geen twee weken na die loeizware beproeving in Italië. Geen idee of ik wel goed hersteld ben. Ik heb er voor gekozen om een week lang redelijk door te trainen en daarna pas een echte rustweek in te lassen. De kilometers die ik maakte, waren regelmatig boven de 2000 meter. Toch maak ik me, nog meer dan over mijn herstel, zorgen over die hoogte. Sankt Moritz ligt op 1800 meter en we gaan alleen maar hoger. Met koersen op dat soort terrein heb ik slechte ervaringen. Dat ik de anderhalve dag voor de start bij aankomst lichte hoofdpijn krijg, geeft niet echt veel vertrouwen voor een goede acclimatisatie. 

Etappe 1

Op de korte startklim kies ik daarom meteen mijn eigen tempo. De mannen die ik wel ken van de startlijst – zoals de Nederlander Wim de Bruin en de Duitser Daniel Gathof – verdwijnen snel uit het zicht. Op weg naar de langste klim van de dag kom ik maar moeizaam in mijn ritme. Ik mag daar, op het pad wat een dag daarvoor nog werd schoongeveegd, pas écht door gaan rijden van mezelf.

Dat lukt redelijk. Beetje bij beetje schuif ik wat op tijdens de 500 hoogtemeters, die vooral in het begin steil zijn. Daarna volgt een prachtige, afwisselende singletrack langs de bergwand. Ik rij alleen en dat geeft de rust om dit stuk met flink wat stenen met een goede flow, voor mijn doen dan, te nemen. Het is allemaal grotendeels rijdbaar. 

Dat is het volgende stuk ook, maar met moeite. Een klim van een kilometer met een percentage van boven de 15% zuigt de energie uit mijn lichaam. Boven wil ik opschakelen, maar dat is wat overmoedig. Ik let niet op, tik met mijn stuur tegen een paaltje en ga onderuit. Gelukkig zonder erg. Het laatste stuk kom ik redelijk door. De volgende lastige afdaling (misschien nog wel mooier dan de vorige) gaat verrassend soepel, het laatste stoempstuk richting de finish niet zo. Zo kom ik tussen de kitesurfers bij het meer van Silvaplana als 22e over de streep bij de licentiehouders. Het valt me niet mee, en niet tegen.

De start in Sankt-Moritz ging over breed asfalt, ook een stuk naar beneden over 1,5 kilometer. Zonder neutralisatie, ik heb de schade wel eens erger gezien in vergelijkbare omstandigheden en een losgelaten MTB-peloton: één valpartij, één kansloze demarrage

Etappe 2

Hoewel ik de afgelopen maand voldoende hoogtemeters heb gemaakt, boezemt de koninginnenrit van de Engadin me toch wel wat angst in. Twee keer tegen de 1000 hoogtemeters bergop, en daarna nog een pittig einde met listig op en af. Hoewel ik toch wel steeds meer zin krijg om volle bak te starten – de lichte hoofdpijn ben ik wel kwijt – durf ik het niet aan. Dus kies ik bij de start weer voor mijn eigen ‘zekere’ tempo. De bekende mannen verdwijnen, iets minder snel dan gisteren, uit het zicht. Ik handhaaf me redelijk tussen de coureurs waar ik gisteren ook mee heb gestreden. Het wattage dat ik trap is niet top, wel oké. Ik wijd het aan de hoogte. Ik ervaar, zeker als we stevig boven de 2000 meter gaan, nog steeds een zuurstoftekort. 

De klim is wel mooi, al is het einde smerig steil. Gelukkig is er bovenop een mooie beloning. Niet alleen een supervet uitzicht, ook het begin van een megalange flowtrail naar beneden. Voor meer dan 10 minuten gaat de dropper naar beneden en slingeren we via ontelbare bochten de berg af. Ik kan ervan genieten, ook omdat ik merk dat mijn tempo oké is. Er komen slechts een paar sterke dalers van achteren terug, daarentegen haal ik zelf ook in (oké, het is er maar één) én hou ik mijn positie vast. Toch moet ik op het lange, relatief vlakke stuk richting klim twee in de achtervolging.

Het is dat ervoor een strook lag van een kilometer of twee tegen de 15% en er een windkrachtje 4 á 5 dwars over dit meertje ging, anders had ik er ook écht van kunnen genieten.

Helemaal beneden kan ik met mijn brede stuur net wel, net niet tussen twee paaltjes door. Ik moet uitklikken en er valt een gat. Met hulp van een bonk van een vent vind ik gelukkig de aansluiting terug bij een mooie groep, waarmee we samen aan klim twee beginnen. Of ja, door een ‘fout’ van mij split het pelotonnetje net voor de voet in tweeën. Ik zit te kort op het wiel van mijn voorganger en kan daardoor een lastig hopje bergop niet nemen. De concurrent in mijn wiel vind het maar niks, getuige de felle, Duitse scheldkanonnade die ik over me heen krijg.

De beste man zie ik gelukkig niet meer terug want het begin van klim twee gaat bijzonder lekker. Ik pak op één na iedereen terug van het groepje. Toch hou ik dat niet vol. De klim is van het heftige soort. Het gaat over in een prachtige trail die met wisselende percentages lang, erg lang doorgaat. Mooi pad, mooi uitzicht, maar opnieuw weinig zuurstof  en van de koersmodus ga ik langzaam maar zeker over in de overlevingsmodus. Zeker als we na een listig trailtje bergaf voor de laatste top een skipiste omhoog moeten. Amper een pad, een percentage om u tegen te zeggen: ik ben snel terug in de Alta Via Stage Race en besluit een stuk van enkele tientallen meters lopend te overbruggen.

De laatste 15 kilometer zijn een afwisseling van flowtracks (inclusief north shores), lastige trails bergop en bergaf en stukken waar je snelheid kunt maken. Vet mountainbiken, maar de koersmodus vind ik geen moment terug. Hélemaal stilvallen doe ik gelukkig ook niet. Uitslag: 21e en net als gisteren: niet goed, en niet slecht.

De video-man van dienst maakte de juiste keuze door in ieder geval niet mijn wiel naar beneden te pakken. Alhoewel: ik maakte maar weinig slippertjes en na een korte Strava-analyse kwam ik erachter dat ik deze lange, heel lange flow-trail ook tijdstechnisch best wel prima naar beneden ging.

Etappe 3

De eerste twee etappes heb ik nog niet echt een voldaan gevoel. De omgeving en het parcours is schitterend, maar het voelt alsof ik nog een beetje met de handrem erop rij. Of dat nu komt door het gebrek aan zuurstof op deze hoogte, omdat ik zelf te voorzichtig ben of een combinatie van beide: daar ben ik niet helemaal uit. Voor de start van de derde etappe voel ik me niet top, maar ik ben er wel klaar mee. De aanval is de beste verdediging dus ik besluit all-in te gaan.

Mijn powermeter heeft kuren en dat is eigenlijk wel gunstig. Ik hoef niet bang te zijn dat mijn voorzichtige ik mezelf gaat afremmen. Het eerste stuk heeft veel korte poefjes en die neem ik, zeker de eerste paar, volle bak. Ik merk dat ik meer lucht binnen krijg dan de dagen hiervoor (het lijkt althans zo) en ik zit er daardoor lekker in. Kan een paar gaatjes zelf dichtrijden, profiteren van rappere gasten op snelle stukken en ik zit op het juiste moment op kop van de grote groep waar ik me na het hectische begin in bevind. Als de klimmen wat langer worden, merk ik dat ik veel beter dan verwacht stand houd.

Dit is vrij vroeg in de etappe en een stuk dat we de dagen ervoor andersom reden. Lijkt easy, maar 100 meter hiervoor lag een smerig singletrack-klimmetje door gras. Ik kwam ‘m net niet fietsend boven, maar ik wist wel dat-ie kwam en zat dat dus op kop. Iedereen moest van de fiets af. Zonder schelden deze keer.

Langzaam nadert de langste klim van de dag (gevolgd door vrijwel hetzelfde einde als dag één) en voor me zie ik zich een groepje vormen met onder meer Gathof en de leiders bij de Masters 30+. Daar wil ik wel mee over. Op een klim door een weiland verklein ik het gat en in een schotterafdaling vind ik (met dank aan de dropper én de route op mijn GPS) de aansluiting. Helaas is de vreugde van korte duur. Er volgt nog één kort steil poefje dat over gaat in een singletrack en daar word ik ouderwets uit het wiel gekletst.

Het betekent dat ik toch op mezelf ben aangewezen. Ik pace mezelf tijdens deze 600 hoogtemeters op basis van mijn hartslag (dat is lang geleden) en dat gaat eigenlijk best goed. Ik hou de mannen voor me lang in het zicht, maar als ik bij de laatste, inmiddels bekende, lastige passages ben aangekomen weet ik dat ik vooral naar achteren moet kijken. Twee plekken verlies ik in totaliteit en met de derde man die me bijhaalt op deze rotsige trails doe ik over de vlakke laatste tien kilometer een lekkere kop over kop. Dat ik ‘m op het laatst van me af kan schudden is goed voor het vertrouwen. De 16e plaats waar ik de finish passeer ook. 

Engadin Bike Giro review

Het levert me de 18e plek op in de einduitslag. Als ik over de finish kom, heb ik eigenlijk nog wel zin in een nog een etappe en dat is denk ik een compliment voor deze wedstrijd. Oké, drie dagen is niet lang en een dag extra zou mooi zijn, maar het is wel een genot van een parcours. Het is een heerlijke afwisseling van makkelijke en moeilijke beklimmingen, snelle paden en vooral veel singeltracks. Ook die krijg je in verschillende gradaties. Van easy grindpaadjes, tot ellenlange flowtrails en ook listige wandelpaden met de bekende obstakels als wortels en rotsen. Ik moet een enkele keer de fiets af, maar over het algemeen is het goed te rijden. Tel daarbij op een prima organisatie (ik heb ze geen steken zien laten vallen) en het maakt van deze Zwitserse meerdaagse een absolute aanrader. Gratis tip: reis voor een goede acclimatisatie ruim van te voren naar Sankt Moritz. De hoogte is de sluipmoordenaar in deze wedstrijd!

Het is niet alleen maar lastig omhoog of omlaag in de Engadin, het gaat ook regelmatig over dit soort snelle gravelpaadje. In de Alta Via Stage Race noemen ze dit asfalt.
Oordeelt u zelf over hoe streng de mondkapjesplicht werd nageleefd. Dit jaar ben ik in het bezit van een Masters-licentie, dus ik was in de veronderstelling dat ik in het 30+ klassement zou worden opgenomen. Die vlieger ging niet op: alle licentiehouders deden mee in de ‘elite-categorie’. Best wel prima, want we mochten als eerste weg en het veld was met een man of 50 niet zo groot. Zorgde elke dag voor een ontspannen startopstelling.
De Engadin Bike Giro start elke dag in een andere plaats, maar finisht telkens op dezelfde plek: Silvaplana. Een dorpje aan een meer, vol kitesurfers. Prima stekkie, al was er vanwege de corona-maatregelen geen uitgebreide nababbel aan de streep. Geen probleem, wij stonden prima op een camping in Sankt Moritz en dat was maar een minuut of tien terugfietsen.

Related posts

Appenninica MTB Stage Race: een totaalplaatje qua sfeer, omgeving en trails

by Juul van Loon
1 maand ago

Blog Classique d’Alphen: Groen, groen, groen!

by Juul van Loon
10 jaar ago

Vulkanbike: niet voor het podium, maar voor de prestige

by Juul van Loon
4 jaar ago
Mobiele versie afsluiten