Elke keer gaat nog de blik richting mijn Sigma. Maar hoe intensief ik deze geweldige klim in het Pfalzerwald aan het oprijden ben kan ik slechts zien aan mijn hartslag. En dat is niet echt een goede indicatie. Met al vijf lange dagen bikepacken in de benen, komt die niet heel hoog meer. De weg die ik aan het rijden weg is smal, met perfect asfalt en zonder verkeer. Het kronkelt aan een mooi percentage omhoog. Links en rechts zie ik een muur van felgroene bomen, in het midden doorbroken door een strook strakblauwe lucht.

Ik geniet er met volle teugen van. Maar, mijn inspanning helemaal loslaten lukt niet. Dat sinds vanochtend de batterij van wattagemeter leeg is, stoort me. Ik wil weten met hoeveel power ik hier omhoog fiets. Ongevraagd krijg ik de bevestiging van wat ik deze hele week al denk.


Op deze manier op fietsvakantie had ik veel eerder en vaker moeten doen. Het avontuur, het kamperen, de wisselende omgeving, het niet weten waar je de volgende dag uitkomt, het helemaal alleen met jezelf op pad zijn en je eigen plan trekken: ik vind het fantastisch. Maar het rijden van wedstrijden helemaal loslaten, dat kan en wil ik nog niet. Ik haal, zo merk ik telkens als ik met meer dan 20 kilo bepakking hoogtemeters aan het maken ben, nog te veel voldoening uit hard fietsen. En dan vooral het oprijden van een lange klim. 

Het is het antwoord op een belangrijke vraag die ik bij het begin van mijn fietsvakantie heb. In dit post-WK jaar wil ik ontdekken hoe ik in de toekomst met het rijden van marathons omga. Daarom plande ik afgelopen winter een bikepacking van tien dagen in Italië als trainingskamp, en om een lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan. Waar het er in het verleden door geldgebrek, andere plannen en vooral een volle wedstrijdkalender niet van komt op met een tentje op fietsvakantie te gaan, is dit seizoen daar hét moment voor. Ik wil erachter komen hoe leuk ik het vind en of het (ooit) een waardige vervanging van wedstrijden rijden is. 

Afijn, het is op en over het randje van de corona-crisis als mijn vlucht naar Napels gepland is en van bikepacking komt in Italië te weinig terecht. Vandaar dat ik na maanden van ‘gewoon lekker fietsen’ en zelf bedachte uitdagingen meteen als de grenzen binnen de EU weer open zijn eropuit trek voor een tweede poging.

Ik heb geen heel gestructureerd plan. Ik wil ongeveer een week op pad zijn, en heb het idee in mijn hoofd om de Eifel en het Sauerland (de gebieden waar ik veel wedstrijden rijd en waar ik van hou) te combineren en zo vanuit huis een lus te maken. Omdat het de eerste keer is, leg ik weinig vast. Ik heb geen idee hoeveel kilometers ik per dag ga fietsen, hoe vaak ik ga wildkamperen of toch kies voor een camping. Ik laat me leiden door de waan van de dag en besluit telkens de route voor de volgende dag pas de avond vooraf op de Komoot-app op mijn telefoon te maken.

20 juni
Cuijk – Epen
151km/630hm

Omdat ik graag zo snel mogelijk in het heuvelgebied wil zijn, plan ik vandaag een lange dag richting Zuid-Limburg. Het eerste stuk door De Peel ken ik, maar het veengebied na Ysselsteijn is een mooie verrassing. Naarmate ik het eindpunt nader nemen de hoogtemeters toe en voor Sittard pak ik alvast een stukje Duitsland mee. Aan het einde heb ik twee karakteristieke beklimmingen ingetekend, te beginnen met de Keutenberg.

Ik ben tot dan toe lekker aan het toeren, maar sta daar zonder erbij na te denken ineens volledig in de wedstrijdmodus. Ik rij toevallig tegelijk met een toerende wielrenner naar boven en ik kan het niet verkroppen dat hij me op het eerste steile stuk voorbij rijdt. Ik schakel een paar tandjes bij, zie zijn verbaasde gezicht als ik hem met mijn volbepakte mountainbike terug inhaal en dan is het bal geopend. Hij countert me. Even plak ik op zijn achterwiel, merk dan dat hij stilvalt en rij hem voorbij. Omdat ik zie dat er nog een stuk of tien vergelijkbare toerders op deze zo steile heuvel aan het zwoegen zijn, trek ik vol door.

Vlak voor de top heb ik ze allemaal ingehaald en stort ik me naar adem happend, maar voldaan op de afdaling. Na op de Koning van Spanje wél te zijn gelost door een wielrenner rij ik niet veel later een prachtige boerencamping op, waar ik mijn tentje neer kan zetten met een uitzicht van heb ik jou daar op Camerig. Als ik mijn data analyseer zie ik dat ik op de Keutenberg mijn derde vijf minuten power ooit getrapt heb. Oef, met die vorm zit het dus wel goed. 

U vraag zich bij het zien van dit prachtige beeld ongetwijfeld af waar ik toch die gesoigneerde slippers vandaan heb. Bij de Bristol, helft van de prijs, vlak voor vertrek. Een topaankoop, want mijn normale sneakers heb ik vanwege het warme weer bijna niet aangehad. Het pannetje komt overigens van de Decathlon.

Zondag 21 juni
Epen – Hellental
100km/1370hm

Ik ben er nog niet helemaal uit wat ik nu precies wil qua route. Na twijfels over richting de Rursee (te dichtbij), het Ahrtal (wat ver weg, en ik ben er al vaak geweest) kies ik voor een camping in Hellental, bekend van de LtD-Gravelraid en waar ik na het luisteren van veel podcasts wel nieuwsgierig naar ben geworden. Ik wil niet meteen te gek doen maar wil ook nog graag een stuk Ardennen meepakken. Ik kom uit op een route met wat gravel van ongeveer 100 kilometer, met een extra lusje over Signal de Botrange, het hoogste punt van België.

De route is afwisselend met wat beklimmingen in de Voerstreek, wat gravelstukken over oude spoorbanen en een lange vals platte beklimming over een geasfalteerd fietspad, vanuit een stuwdam richting de hoogste top van de dag. Die weelde houdt ineens op, als de pijl me rechtsaf wijst een bruggetje over en singletrack op. Even twijfel ik of dit wel verstandig is met zoveel bepakking, maar hé: ik ben hier voor avontuur en om dingen te ontdekken dus ik ga ervoor. Ik moet een paar kleine stukjes lopen, maar al snel ben ik op mijn lichtste verzet een smal hobbelig pad aan het oprijden. Ideaal is het niet met fietstassen, maar het lukt en ik weet dat het op een mooi stuk uit moet komen.

Dat klopt als een bus en ik gravel kilometers over de open vlaktes van de Hoge Venen. Daarna brengt een lange, brede licht oplopende autoweg me naar Signal de Botrange. De rest van de dag vallen de uitgekozen wegen een beetje tegen. Ik doorkruis een mooi stuk België over een oude spoorbaan die niet alleen bijna vlak is, maar ook amper uitzichten kent én druk is met e-bikers. Het onverharde stuk naar Hellental blijkt vooral vals plat naar beneden te lopen, en ook de camping is niet wat ik ervan verwacht had.

Met twee lekkere, ijskoude alcoholvrije biertjes bij het campingbarretje is de moraal terug, ook omdat ik dan weet dat ik misschien wel verder kan komen dan ik vooraf had gedacht en blijkt dat ik er een nachtje gratis ‘mag’ staan. De eigenaar is in geen velden of wegen te bekennen, komt de volgende dag niet heel vroeg naar de receptie en degene die de honneurs semi-waarneemt zegt als ik aangeef vroeg te willen vertrekken een oogje dicht te knijpen.

Ik was wat jaloers toen hier een paar mountainbikers met dikke fully’s naar beneden kwamen jagen over het iets verderop gelegen wortelpad en ik niet veel later een fiets met zware tassen omhoog aan het duwen was. Maar de gedachte dat zij geen drie chocolade-croissants in hun achterzakken hadden én die avond niet voor hun tentje zouden dineren met een kant-en-klare maaltijd verzachtte de pijn.

Maandag 22 juni
Hellental – Könen
137km/2040hm

Met Frankrijk in gedachte zet ik via Prüm koers richting het zuiden van de Eifel, naar een camping op de plek waar de rivier de Saar in de Moezel uitmondt. Hoewel ik zeker in het begin niet altijd ideale wegen tref, is het van begin tot einde een fijne dag. Veel uitzichten, een paar mooie beklimmingen en in Luxemburg (dat ik bewust ook nog in de route opneem) pak ik per ongeluk nog een pittig stuk offroad mee. 

De mountainbikeroute die ik daar volg is een hobbelige beklimming met pittige percentages en op een paar meter na kom ik ‘m fietsend boven. Afgaande op de bijzondere rotspartijen waar ik langs op ben gefietst verwacht ik boven bij een bizar vergezicht of zelfs bij een kasteel uit te komen, maar het is helaas het plaatselijke voetbalveld waarvoor ook nog de weg is opengebroken.

Na de brede asfaltafdaling, een lang doorlopende, erg lekkere slotbeklimming, een bezoek aan de Lidl en een elektrisch pontje over de Moezel kom ik aan op de uitgezochte camping. Daar krijg ik een bijzondere ontvangst. Die van de baas is allerhartelijkst en hij vindt het wel mooi dat ik aan kom fietsen. Maar net als hij met mijn inschrijving wil beginnen komt de vrouw des huizes het receptie-gebouwtje binnen. Ze werkt me nog net niet slaand naar buiten, haar man kijkt me op de achtergrond met een verbaasde excuusblik aan. 

Maar inderdaad, ze heeft een punt: we hadden beter aan de corona-maatregelen moeten denken. Als ik mijn handen heb ontsmet, en met mondkapje voor mijn inschrijving heb ingevuld en zij met een beschermend scherm voor haar gezicht alles verwerkt heeft is alles weer oké. Althans, nadat ik mijn tentje op exact het voorgeschreven plekje heb neergezet op een vrijwel leeg grasveld van twee voetbalvelden groot. Daar heb ik overigens een prima avond, ook omdat de caravan-buren me vlak voor hun vertrek een pasta-salade en een paar stukken gebraden vlees toestoppen.

Nu is het altijd lekker als een dergelijk bordje waarschuwt voor een afdaling, maar toch was ik lichtelijk teleurgesteld dat het hier niet om een klim ging. Ik had namelijk de top bereikt via een raar gravelpad, een brede en drukke autoweg en een oncharmante weg door een dorp. Deze afdaling omhoog rijden was tien keer mooier geweest.

Dinsdag 23 juni
Könen – Mittelbach
122km/1910hm

Door al dat ge-eet besteed ik te weinig aandacht aan het maken van de route van een dag later. Hoewel ik erachter ben gekomen dat ik het lekker vind om elke dag een uurtje of zes (netto) te fietsen, zie ik dat de Noord-Vogezen nog te ver zijn. Daardoor plan ik een route door het Saarland richting een klein campinkje vlakbij de grens met Frankrijk. Hoewel er zeker mooie stukken in zitten – ik raak misschien ook wat verwend – gaat die teveel over brede wegen. 

De eerste beklimming wordt verpest door een wegopbreking (die ik omzeil door een steil onverhard stuk er langs op) en alhoewel ik op de tweede lange col misschien wel het mooiste uitzicht tot nu toe te zien krijg (over een bocht in de Saar) is ook die helaas vooral breed en rechtuit. De route is wel weer afwisselend (soms ook wat onverhard tussendoor, inclusief een stuk dat me doet denken aan echte Duitse marathon ) en hoewel ik er een klein beetje van baal dat ik niet grondiger heb gepland, is dat allemaal snel vergeten op de camping. Ik heb het kleine grasveldje vrijwel voor mezelf alleen, heb een eigen bankje en tafel en de lieftallige eigenaresse hangt nog net niet de was voor me op, zo behulpzaam is ze. De vierde simpele eenpansmaaltijd op rij smaakt me meer dan prima. Al ben ik door de wind en een vergeten windscherm wat aan het klooien om het met mijn brandertje goed klaar te maken.

Een van de mooiste uitzichten van deze negen dagen. Ik moest er wel de asfaltbeklimming even voor verlaten. Afijn, ik moest toch heel nodig pl…..

Woensdag 24 juni
Mittelbach – Dahn
109km/1910hm

Inmiddels begint mijn route steeds definitievere vormen aan te nemen. Ik zit in een cadans van lange dagen waarin ik vroeg op de fiets zit (rond 7 uur), ongeveer twee keer lang pauzeer (rond 10 uur en 12.30 uur, het liefst met vers lekkers van een bakker) en telkens zo rond 15 uur op de camping aankom. Omdat het zo lekker gaat, overweeg ik even om niet alleen de Noord-Vogezen (tegen de Duitse grens), maar ook hoge Vogezen mee te pakken, Dat plan zet ik na kort beraad nog even in de ijskast voor later. Na een lusje in Frankrijk begin ik vandaag langzaam maar zeker aan de terugweg, die me via de Rijn en het Sauerland op zondag (de negende dag) weer terug naar huis moet brengen.

Maar eerst nog een gebergte in waar ik na een korte vakantie een paar jaar geleden goede herinneringen aan heb. Over rustige, soms onverharde paden rij ik door een typisch Frans landschap. Ongeveer halverwege zit een klim richting het hoogste punt van de streek en daar leef ik me lekker uit, van beneden tot boven. Daar beklim ik traplopend nog een uitzichttoren voor een fantastisch uitzicht. 

Daarna wordt het aandeel gravel hoger (de afdaling is meer afzien dan de klim) en ik passeer (ook afgeleid door een aantal kastelen) zonder dat ik het in de gaten heb weer de grens met Duitsland, het Pfalzerwald. Ik blijk een verrassend mooi gebied uitgekozen te hebben om te kamperen, een biotoop met aparte rotsformaties.

Een prima klein en beschut plekje op een verder grote en wat chaotische camping. Gelukkig tegen een dorp aan, dus dat gaf me de mogelijkheid om iets uitgebreider te koken én tussen een simpele (maar verse) salade en kant-en-klare chili-con-carne een redelijk koud alcoholvrij biertje te nuttigen.

Donderdag 25 juni
Hahn – St. Goar
168km/1400hm

Vandaag zal mijn route bestaan uit twee delen. Ik begin met een kilometer of negentig door het Pfalzerwald. Ik heb een beetje het droge, zuidelijk ogende gedeelte van Neustadt an der Weinstrasse in mijn hoofd, maar wordt verrast door een zeer groene omgeving. De wegen zijn fantastisch en erg rustig, maar op d’n duur begint het me te storen dat op elke top bomen het uitzicht belemmeren. Dat ik wat dat betreft niet helemaal in de zone zit komt ook door mijn niet werkende powermeter, toevallig na een avond waarop iemand waarvan ik niet specifiek meteen de naam zal noemen vraagt of ik nog geen pech heb gehad.

Pas als ik na het tevergeefs bezoeken van twee tankstations bij een klein winkeltje de juiste batterijen vind, kom ik lekker in mijn cadans. Het is ook nodig, want de laatste klim van het Pfalzerwald is een richtige. Met percentages van 25% rij ik langs een slot (ik heb geen lucht voor een foto) en daarna is het vooral bergaf en vlak richting de beoogde camping, die een kilometer of 30 onder Koblenz ligt. 

Die laatste 70 kilometer is het ‘simpel’ uitzitten. Het begin is nog verrassend mooi, maar al snel kom ik in een saai stedelijk gebied. De omgeving van de Rijn is niet lelijk om te zien, maar zo over drukke fietspaden en wegen langs een rivier fietsen trekt me op een of andere manier minder. Het is eerste keer dat ik er echt klaar mee ben voordat ik de plaats van bestemming heb bereikt, ook al krijg ik van een aardige Duitser die aan het water aan het lunchen is met collega’s na het maken van een foto nog twee overheerlijke boterhammen in mijn hand gedrukt. Ik ben blij als de Rijn achter me laat, een kilometer het binnenland in fiets en op een heerlijk rustig campinkje mijn tentje kan opzetten.

Door ontbreken van uitzichten en wat powermaterfrustratie niet al te veel foto’s van het Pfalzerwald. Dit was na de steile beklimming bij het slot van Falkenstein. Hierna volgde wél een stuk met weidse uitzichten. En het liep nog licht bergaf ook…

Vrijdag 26 juni
St. Goar – Dillenburg
115km/2320hm

De weg richting het Sauerland gaat door een gebied dat ik eigenlijk niet ken en waarvan ik eigenlijk ook niet weet hoe het heet. Dat blijkt het Westerwald te zijn. Onthou die naam, want deze dag is een aaneenschakeling van mooie stukken. Mijn verwachtingen zijn niet superhoog, maar relatief steile colletjes met haarspeldbochten en ontelbare vergezichten leveren me een fantastische dag op.

De uren vliegen voorbij en ik ben alleen een beetje teleurgesteld als ik bij de gekozen camping ben aangekomen. Het oogt niet heel gezellig en ik heb ook nog eens geen bereik met mijn telefoon (ik merk dat ik als ik alleen ben daar wel behoefte aan, en het is ook nog eens nodig voor het maken van een nieuwe route). Ik heb in mijn hoofd nog de optie wildkamperen zitten en herinner me de open velden waar ik een paar kilometer eerder langsop ben gefietst en waar ik gewoon nog 4G-ontvangst had voor het streamen van de Foute Top 1500 van Q-Music. Ik vul bij een kraan op de camping mijn flessen met water, tjoep een extra fles uit de prullenbak voor nog anderhalve liter extra (ik zal me ook moeten wassen) en rij via een onverhard stukje (toevallig de Rothaarsteig) terug naar de plek waar ik mijn tentje op wil gaan slaan.

Daar valt alles op zijn plek. Ik zie boven aan de rand van het veld een paar struiken waar ik perfect beschut achter kan staan. Als ik er aankom, blijkt het nog beter te zijn: een paar meter verder ligt een vlak stuk, omgeven door oude hekken mét een kampvuurplaats. Als ik heb gekeken of ik niet onder een eikenboom sta (ik ben net van de Limburgse processierupsbulten af) zet ik daar mijn tent op.

Helemaal goed gecheckt op eiken had ik niet (ik ben heel slecht in het herkennen van flora en fauna) want voor deze foto moest ik toch onder een verdachte boom gaan staan. Een nadere blik leverde zelfs een nest op. De wind stond gelukkig de goede kant op.

Als ik me gewassen heb, wat gegeten heb en (vol moraal) een route door het Sauerland heb uitgetekend begin ik ervan te balen dat ik wel een kampvuur kan maken, maar ik geen Duitse worst heb om te braden. Ik kijk even op Google Maps of er dicht bij iets van een winkel is. Dat blijkt 2,5km en 150 meter lager te zijn. De investering waard, beslis ik na een korte denkpauze. Ik rits mijn tent dicht, pak mijn fiets en daal over een steil schotterpad af en fiets een half uur later bepakt met extra drinken (waaronder alcoholvrij bier en radler), nieuwe gelletjes en isotone sportdrank (voor één keer niet van Duursport) en vooral ook worsten voor op het vuur weer naar boven.

Ik ben helemaal in mijn sisi, zoek wat hout en maak een vuurtje. Als ik mijn telefoon verder wil opladen, constateer ik een beginnersfout: mijn powerbank is volledig leeg en mijn telefoon ook bijna. Vijf minuten later ben ik van de buitenwereld afgesloten. Het is na het uitvallen van mijn powermeter een mooie tweede test. Want, kan ik ook zonder de internetverbinding waar ik (onbewust) zo verslaafd aan ben?

Dat kan, want ik heb een prima avond (met dank aan een paar perfecte kampvuurworsten, waar ik om begrijpelijke reden geen foto van heb maar die – en neem dat van mij aan – heerlijk smaakte). 

Veel soorten verschillende vergezichten en soms waan ik me in Italië (boven) en Frankrijk (dit kiekje). Het meest blij ben ik nog wel met het hoge aantal haarspeldbochten dat ik krijg voorgeschoteld. Als je me ergens een vakantiegevoel mee geeft…

Zaterdag 27 juni
Dillenburg – Menden
142km/2060hm

Het Sauerland heeft alles in huis voor een mooie koninginnerit, maar ik weet ook dat de dag van gisteren moeizaam te overtreffen is. Ik plan een route langs Grafschaft (bekend van de lokale mtb-marathon die dit jaar helaas niet doorgaat) en de bekende top bij Schanze als hoogste punt. Het is niet super zonnig en de wegen rustig, maar breed, maar door al het klimwerk heb ik het vanaf de eerste kilometer een goed naar de zin. De start is wel een uur later, omdat ik eerst in de lokale REWE mijn telefoon volledig oplaad.

De klim naar Schanze vanaf een voor mij onbekende kant is een heerlijke verrassing. Door een steeds smaller wordend, erg groen dal loopt het aan een fijn percentage omhoog. Daarna pak ik nog een paar andere mooie colletjes mee en rij ik tot mijn verbazing ook nog langs de start van een andere bekende marathon die dit jaar niet is doorgegaan, in Sündern. Het laatste uur zit het wat tegen. Ik stop nog bij een supermarkt om nog wat eten voor de avond en de dag later (een lange terugweg naar huis) in te slaan en dat duurt lang. Net als de laatste, relatief vlakke kilometers richting de camping en de inschrijving daar. De camping-eigenaresse is op leeftijd, wil alles in drievoud invullen, is doodsbang voor corona (terecht hoor). Het duurt (ook door een ongevraagde rondleiding over de camping) bijna driekwartier voordat ik mijn tentje op kan zetten. Daar is het warm, maar de harde wind en donkere wolken verraden een weersomslag.

Deze groene corridor begint met een licht stijgingspercentage, wordt steeds steiler en eindigt op een gravelpad vlak voor Schanze. Ik kwam van beneden tot boven één auto en één andere fietser tegen.

Zondag 28 juni
Menden – Cuijk
169km/520hm

Waar ik tot nu bijna alleen maar mooi weer heb gehad, zit het op de laatste dag tegen. ‘s Nachts regent het veel, maar als ik aan het inpakken ben is het gelukkig droog. Ik vertrek op tijd voor een rit van ruim 170 kilometer. Ik kies voor iets meer kilometers en een route bovenlangs het Ruhrgebied. Omdat er weinig hoogtemeters inzitten, hoop ik op een gemiddelde van rond de 25, in plaats van de krap 20 van de afgelopen dagen.

Oef, dat zit er absoluut niet in. In het begin door geslinger door smalle paadjes en steegjes in kleine stadjes (best wel grappig), daarna omdat de wind (kracht vijf) zo’n beetje vol tegen staat de hele tijd. De route is niet super bijzonder en ik krijg zo nu en dan een regenbui over me heen, toch zitten er mooie stukken tussen. Zoals een lang grindpad langs een kanaal. Mijn redding is een oude spoorbaan, waar ik voor het eerst tijdens deze trip een keer blij mee ben. Voor een kilometer of twintig rij ik redelijk beschut en schiet het eindelijk een beetje op. 

Via een pontje over de Rijn kom ik bij Xanten, de grens van mijn eigen trainingsgebied. Daar neem ik nog een keer een broodnodige pauze (gelukkig heb ik nog ergens kunnen stoppen voor een bakker) en daarna is het simpelweg over bekende wegen het laatste stuk naar huis afraffelen. Anderhalf uur toch nog wel stevig doortrappen later zie ik karakteristieke kerktorens van Cuijk.

Een niet geheel scherpe foto, maar dat komt ongetwijfeld omdat ik voor het eerst in vier uur fietsen een keer boven de 30 per uur uitkom op het vlakke. Deze oude spoorbaan (Hamburg-Wesel-Venlo) had ik via Komoot op het laatste moment nog aan de route toegevoegd als vervanging van een lang recht fietspad langs een autoweg (dat moet je altijd voorkomen). Goeie keus, Lee.

Weer thuis

Zoals ik aan het begin van dit verhaal al aangaf: dit was voor herhaling vatbaar. Het bikepacken alleen was gaaf, het gaf ook wel iets extra’s om van huis uit te vertrekken en – na een hele hoop mooie kilometers – ook daar zelf weer terug heen te fietsen. Voor deze eerste keer beviel me het concept van me laten leiden door de waan van de dag prima, nu ik wat beter weet wat ik kan en leuk vind, kan ik me voorstellen dat er ook tripjes gaan komen dat ik qua route iets gestructureerder te werk ga. Een route plannen op Komoot werkt fantastisch (door de fijne app op de telefoon, de ‘highlights’ en goede synchronisatie met mijn Sigma), maar zonder extra onderzoek mis je stukken én ontkom je soms niet aan iets te drukke wegen.

Alle routes vind je hier op een rij in een collectie op Komoot. De groene sterren zijn de etappeplaatsen. In totaal kwam ik uit op 57 uur, 1212 kilometer en 14170 hoogtemeters.

Verder viel ik met mijn neus in de boter qua weer, met alleen op de laatste dag wat lagere temperaturen en regen. Daardoor had ik misschien net iets teveel spullen mee (wat warme kleding amper gebruikt), maar ik wilde het voor mezelf hoe dan ook comfortabel houden (onder meer met een tent voor twee personen). Daarom koos ik afgelopen winter bij het bouwen van mijn fiets ook voor het principe van een bagagedrager en twee Ortlieb-zijtassen. Doordat daar bovenop nog een waterdichte rugzak past, heb ik meer dan voldoende ruimte. Ik had zo altijd meer dan genoeg eten en drinken mee (ik wilde wat dat betreft, ook vanwege de kosten, self-supported zijn) en ik hoefde niet te passen en meten met inpakken.

De spullen die ik meehad zijn overigens een mix van Marktplaats, Decathlon, Bever, AlieExpress en wat ik thuis al had.

Het gewicht dat ik meezeulde stoorde me niet, nadeel aan zijtassen is wel dat ze onverhard rijden lastiger maken. Gravel gaat prima en zeker bergop mag het ook best een beetje hobbelen, maar bergaf stookte ik mijn remmen snel warm (halverwege de rit ook een keer blokken verwisseld) omdat ik bij hogere snelheden toch wel wat angstig werd. Dat komt natuurlijk ook door de vaste vork en de hard opgepompte banden. Mocht ik in de toekomst langere en heftigere stukken onverhard gaan rijden, dan moet ik daarin misschien wat andere keuzes maken.

Maar, nu eerst (hopelijk) wat marathons rijden! Een groot doel is al gepland: Bart en ik doen eind september als duo mee aan de Appenninica MTB Stage Race.