Rursee: hoe het wél en niet moet tijdens de BIKE Transalp

Het gaat eigenlijk automatisch. Ik zit op ongeveer 3,7 centimeter afstand van het wiel van Bart, die op de startklim van de Rursee Marathon (100km/2500hm) zojuist de leiding van me heeft overgenomen. ,,Hier vlakt het even wat af, daarna een korte afdaling en dan wordt het weer steiler”, coach ik mijn trouwe teamgenoot. ,,Ik zit goed, maar veel harder hoeft het van mij niet te gaan.”

Hoewel we er vooraf geen afspraak over hebben gemaakt, zitten we met zijn tweeën meteen in de Transalp-modus. Het is een jaar geleden dat we samen aan een duo-race hebben meegedaan (de mislukte Transalp waar we over anderhalve week revanche voor gaan nemen), maar het blijkt  meteen weer dat we goed op elkaar afgestemd zijn. De uren samen trainen en reizen betalen zich uit. Niet alleen begrijp ik meteen Barts plannen (mij zo lang mogelijk op sleeptouw nemen in de kopgroep), ook onze samenwerking is meteen weer perfect. 

Kopgroep!
,,Mossie hangt er nog aan. Nissen komt eraan, daarachter breekt het al”, geef ik aan als we eerste steile passage achter de rug hebben.

Door het tempo van Bart, dat ik na een zware trainingsweek verrassend goed kan volgen, nemen we meteen met vier man afstand van de rest van het veld. Na een chaotische fase door een verkeerd lintje (inclusief herstart, daarover later meer) rijden we samen met Soren Nissen en Gerben Mos de hele eerste ronde. Ongeveer 90% rijdt Bart op kop, zo nu en dan geef ik hem informatie over het parcours, dat ik wel ken en hij niet. 

Wat ik wel geleerd heb de laatste jaren, is dat het wel degelijk verschil maakt of je op de eerste of tiende rij aan een eerste beklimming begint. Het lukt me gelukkig ook steeds beter om me niet weg te laten bluffen. Hier ben ik, vanwege recente ervaringen, toch wat extra voorzichtig voor de mogelijke capriolen van de oranje helm links van me. Zowaar draai ik zelfs als eerste de openingsklim op.
Na de eerste korte afdaling. Hopla, het bal is geopend en we zijn erbij! Foto: Ans Hoefnagels

Vertrouwen tanken
Ik probeer meteen weer de efficiency hoog te houden, in mijn ogen een van onze krachten en iets dat ons ook in de Transalp profijt op moet gaan leveren. Vlak voor de enige echt technische afdaling geef ik aan Bart aan dat ik graag als eerste in wil duiken. Omdat ik die op mijn broekzak ken pak ik zo een seconde of 10 voorsprong. Ik kan beneden een paar honderd meter uitbollen, rustig een bidonnetje aanpakken van verzorger Mart en een gelletje nemen. Alle beetjes helpen!

Ik geniet er met volle teugen van dat ik in de kopgroep zit met deze drie hardrijders en tank bij elke kilometer dat ik er langer bij kan blijven vertrouwen richting het op één na grootste piekmoment van dit seizoen. Toch gaat niet alles van een leien dakje. Nissen hangt steevast in het laatste wiel en vindt alles wel prima. Hij is zijn zenuwen van het begin wel kwijt (de man plukte in de eerste 10 kilometer ongeveer 23 keer aan sokken en BOA’s). Bart en Gerben kijken echter zo nu en dan toch wat achterom. Daar moet ergens de sterke Peter Hermann rijden. Dat is een slowstarter, met altijd een sterke opmars in het tweede gedeelte van een marathon. Ik voel dat ze daar toch wat angst voor hebben.


Het tempo op de tussenstukken blijft daardoor steady en prima te doen, maar op de beklimmingen hoog. Ik kan volgen, maar zit eigenlijk nét iets teveel op mijn grens. Omdat mijn teamgenoot hier kan winnen, trek ik niet meer aan de rem. Op driekwart van ronde schudt Mos eens flink aan de boom op een steile grindklim. Ik moet eigenlijk meteen lossen, blijf op een meter of tien hangen en kom alleen omdat Bart dat ziet en de boel een beetje stillegt er weer bij.

Mos in actie
Richting de doorkomst verhoogt Gerben nog een paar keer het tempo. Waar ik op dat moment meteen de keuze had moeten maken om in mijn eentje verder te gaan en zo steady de tweede ronde door te komen, doe ik het tegenovergestelde. Ik schuif juist een paar keer naar de kop, om de versnellingen van Gerben te neutraliseren, de afdalingen voorin te blijven en zo in ieder geval nog tot bij de doorkomst erbij te blijven. Ik ga daardoor net iets te diep in mijn reserves.

Tegen het einde van de tweede ronde zit ik er nog bij, maar mijn conditie van de dag begint al kleine barstjes te vertonen.. Foto: Gerben Kruijswijk

De tweede ronde wordt daardoor een teleurstelling. Vooraf had ik me voorgenomen om vanwege de hitte niet al te gek te doen en dat is precies wat ik juist wél heb gedaan. Ergo: ik val stil. Om de tweede lange beklimming mag ik van mezelf kiezen uit twee mentale kwellingen. Optie 1: er alles aan doen om er weer bovenop komen en zo vierde of vijfde worden. Optie 2: semi op reserve naar de finish strompelen en een paar plaatsen verlies (auw!) accepteren.

Verval
Het wordt eigenlijk automatisch het laatste. Ik krijg mijn vochttekort niet meer goed aangevuld, kom zonder energie te zitten en krijg regelmatig kramp. Het verval is daardoor groot, ik verlies drie plekken (inderdaad is Hermann de eerste die me met een rotvaart voorbij komt) en wordt zo zevende overall in een tijd van 4.03u. Ondanks mijn matige tweede ronde, is het een uitslag waar ik tevreden mee ben. Okay, ik had wat hulp van Bart, maar dat ik in de openingsfase relatief makkelijk van voren kan blijven terwijl er heel veel moeten passen is een goed teken. Afgaande op de resultaten van afgelopen periode moet de vorm net zo goed en misschien wel iets beter zijn dan vorig jaar in de aanloop naar de Transalp.  En ook niet onbelangrijk: ik weet ook weer hoe ik het niet moet aanpakken.

Wie deze kunstige foto goed bekijkt ziet achter Mos en Nissen nog een goed gecamoufleerd Bikesight-pakkie rijden. Een ronde later was ik op hetzelfde punt al volledig uit het zicht verdwenen. Alleen al in deze (lange, maar mooie en goed lopende beklimming) ging ik voor een paar minuten de boot in bij mijn voormalige vluchtmakkers.

Steady rijden, risico beperken, uitgaan van eigen kracht en optimaal profiteren van de krachten van Bart gaat ons hopelijk een plek tegen (of nog mooier in) de top tien opleveren. Of dat haalbaar is, weten we binnen niet al te lange termijn. Zondag 14 juli is de start van de Transalp in het Oostenrijkse Tux, zeven etappes en 552 kilometer en 18453 hoogtemeters later is de finish in het Italiaanse Molveno. 

Uiteraard is alles via de kanalen van Bikesight te volgen. Afhankelijk van koersverloop en vermoeidheid is waarschijnlijk Instagram het meest up-to-date om de verrichtingen van Team ThijsHendriks-Bikesight te volgen. 

 

De chaotische start
En dan nog even terug naar de Rursee Marathon in Einruhr, in het specifiek het chaotische begin. Want nadat Nissen, Mos, Bart en ik ons hadden los gemaakt van de rest van het veld ging het mis. Een of ander kansloze, lokale zuurpruim had een over het pad gespannen lint verhangen, waardoor we in de eerste snelle afdaling ongeveer 100hm verkeerd afdaalden. Voor mij een nieuwe situatie om in leidende positie mee te maken. Omdat ik vrij snel zag hoe we weer op het parcours uit konden komen, hebben we met zijn vieren een stuk van (zag ik later) een paar kilometer afgesneden.

Waar we weer op het parcours kwamen hebben we met zijn vieren gewacht totdat er meer bikers aan zouden sluiten (al dan niet via de goede weg). Na een minuut of 3 á 4 kwam er groep van 20 man aan waarin we een paar hardrijders herkenden en hebben we een soort van herstart gedaan (waarna we meteen weer met vier wegreden). Het was in onze ogen (en die van de groep die aansloot) de beste oplossing, alleen al omdat het door de afdaling weer terug te fietsen alleen maar gevaarlijker en chaotischer zou zijn geworden.

Uiteindelijk was er ook een groep rappe mannen die ons net niet zag staan wachten, en die via een langere weg weer terug op het parcours is gegaan en zo ongeveer 9 minuten heeft verloren. Daarbij ook Hermann (die ondanks dat gewone derde werd), achter winnaar Nissen en nummer twee Bart. Ik was hoe dan ook zevende geworden, maar een aantal Nederlanders eindigt wel wat lager dan waar ze recht op hadden. 

De credits gaan wat dat betreft volledig naar veelrijder en goedzak Patrick de Laat, die wel de tegenwoordigheid van geest had om te draaien, het lintje goed te spannen en het parcours op de juiste manier te hervatten. Hij eindigt nog net in de top twintig, maar was officieus en misschien wel officieel de winnaar van de dag. 

Steevast terug komen aan het einde van een koers, lintjes knopen aan het begin… de man die van alle markten thuis is in beeld.

Related posts

Blog Classique d’Alphen: Groen, groen, groen!

by Juul van Loon
9 jaar ago

4 Stage MTB: twijfels wegfietsen op prachtig Lanzarote

by Juul van Loon
4 jaar ago

SKS Bikemarathon: in de clinch met onze oosterburen

by Juul van Loon
1 jaar ago
Mobiele versie afsluiten