Een flinke rastastaart komt onder zijn helm uit, als hij zijn bril afzet wennen een paar twinkelende ogen aan het felle zonlicht en als hij begint te lachen wordt een scheve voortand in zijn verder parelwitte gebit zichtbaar. Hij beweegt wat moeilijk, het is duidelijk te zien dat hij vier etappes van de 4 Stage MTB Race Lanzarote in zijn benen heeft.
Met wat horten en stoten zet hij zijn mountainbike aan de kant en hij kijkt wat verdwaasd in het rond. Dan ziet hij twee Nederlanders in een felgroen pakje onderuitgezakt op een bankje in de schaduw zitten, de benen gestrekt vooruit, de helmen en brillen zijn afgezet. Uitgeteld nippen ze allebei aan een kartonnen beker Coca-Cola in de hoop op korte termijn wat energie terug te vinden.
“Wat zijn we hier toch allemaal aan het doen”, zegt de mountainbiker in gebrekkig Engels tegen het tweetal, wild met zijn armen gebarend. “Ons vier uur pijnigen met windkracht vijf, los zand en weet ik veel wat allemaal. Hahaha, crazy shit this. Waarom maken we op zo’n zondag als dit niet met z’n allen een lekker rustig rondje. Koffiestop onderweg, easy easy easy. Much better, much better!“
Potdomme, hij heeft gelijk, denk ik als een van de twee uitpuffende bikers op het bankje. Teamgenoot Bart zit naast me en zijn holle vermoeide ogen beginnen ook meteen te stralen bij de teksten van deze ‘pure waarmaker’, zoals we hem later dopen. Toch, als ik later in gedachte terugblik op deze eerste meerdaagse van 2019, ben ik het niet meer helemaal met hem eens. Koersen, hoe zwaar soms ook, blijft het leukste dat er is. Maar, in het jaar dat ik voor het eerst aan een WK mee ga doen en daarom misschien wel fanatieker ben dan ooit, moet ik wel blijven relativeren. Presteren is leuk, maar de teksten van de Pure Waarmaker zijn een mooi signaal. Het moet wel leuk blijven!
De winter van 2018/2019
Dat is deze winter gelukkig nog gewoon het geval. Na de Bart Brentjens Challenge in oktober en een paar rustige weken maken Bart en ik al snel plannen voor 2019. Nu hij en ik allebei gekwalificeerd zijn voor het WK Marathon op 21 september in Zwitserland is dát natuurlijk het grote doel. Dat neemt echter niet weg dat we ook nog andere piekmomenten plannen, zoals onder meer de Rally di Romagna (eind mei) en de Bike Transalp (halverwege juli), waar we samen nog iets recht hebben te zetten.
Ons vast trainingskamp van twee weken wordt weer onderdeel van de voorbereiding. Omdat we die bewust ná de carnaval plannen (voor noorderlingen: dat is dit jaar pas de eerste week van maart) concludeert Bart dat we wel een hele lange donkere winter tegemoet te gaan. Zijn plan: net als twee jaar geleden meedoen aan de 4 Stage MTB Race op Lanzarote. Een snelle, niet al te zware vierdaagse UCI-race van de eerste categorie aan het einde van januari. Hij heeft niet veel woorden nodig om me te overtuigen om de winter in twee delen te hakken met een weekje naar de zon.
Twijfel
Het vooruitzicht op vier dagen joekelen (want dat is het) op dit kleine Canarische Eiland helpt inderdaad in het goed uitvoeren van mijn wintertrainingen, al heb ik (met dank aan het WK) over motivatie geen klagen. Ik ga nog steeds lekker op de schema’s van trainer Hidde, die niet zo van het ‘alleen maar basiskilometers in slecht winterweer’-principe is. Ik vul mijn weken met wat kortere, specifieke trainingen en zo nu en dan een langere toertocht. Ik voel me meestal goed, maar er is zo nu en dan ook twijfel. Ik doe voor het eerst in twee jaar een FTP-test in een lab en laat daar niet echt de vooruitgang zien waar ik op had gehoopt. Een week later blokkeren mijn benen tijdens de jaarlijkse Oliebollencross van Licht Verzet volledig.
Het zorgt ervoor dat ik mezelf betrap op Strava-noia. Ik kijk soms angstig naar de (soms bizarre) trainingen van de concurrentie, bestudeer de tijden van toertochten (na de pauze) zorgvuldig en vergelijk ook segmenten van mezelf minutieus met die van eerdere pogingen. Vlak voor ons vertrek naar Lanzarote fiets ik de twijfels gelukkig voor een groot deel weg tijdens de eerste trainingskoers op de weg in Oss. Daar plaats ik in de laatste ronde de beslissende demarrage, krijg ik twee man mee en word ik derde. Zo sta ik zes dagen later toch met vertrouwen in het startvak op het gigantische middenterrein van Club La Santa, het hotel dat de 4 Stage MTB Race organiseert. Op het programma: een etappe van 42km, 60km, een tijdrit van 20km en de koninginnerit van 82km.
Etappe 1 (42km/678hm)
Strava
Trainingspeaks
De échte bevestiging dat ik op de goede weg ben, komt halverwege de eerste etappe. Ik zit na de start krap een uur volledig tussen mijn frame gedraaid. Over zandpaden en korte steile klimmetjes ligt het tempo bizar hoog: het is duidelijk te merken dat er 70 elite-coureurs aan de start staan en dat daar een groot aantal hardrijders tussen zitten. Er ontstaan overal groepjes en heel veel meer dan voorovergebogen over mijn stuur en met brandende benen tussen de wielen hangen zit er niet in.
Ik gok dat ik nog net in de top veertig rij als we bij de enige serieuze ‘klim’ van de etappe aankomen. Het is slechts een poekeltje van 0,6 kilometer en 65 hoogtemeters, maar ik voel meteen dat het met de klimconditie in orde is. Samen met een jongen van de Deense selectie laat ik mijn groep achter en sluiten we aan bij een paar mannen voor ons. Nou ja, bijna. Op de top zit ik volledig aan mijn limiet en ik kijk angstig in de ogen van de Deen in de hoop dat hij het laatste stukje dicht rijdt. Hij schudt echter zijn hoofd: dat gaat ‘m niet worden.
Afijn, in het tweede gedeelte gaat het jakkeren over snelle, soms lastige paden gewoon door. Er ontstaat weer een groepje, dat naar mate de finish dichterbij komt weer uit elkaar valt. Technisch moet ik op sommige momenten passen, maar het lukt me op mijn tandvlees om niet teveel te verliezen. Ik word 30ste in 1.32u, nog geen zes minuten achter winnaar Bartlomiej Wawak.
Etappe 2 (60km/967hm)
Strava
Trainingpeaks
Hoewel de conditionele winst op Lanzarote belangrijker is dan de einduitslag stel ik mezelf na de hoopvolle eerste dag wel een duidelijk doel. De eerste 34 elite-renners krijgen punten voor de UCI-wereldranglijst , daar wil ik bij zitten. Dat dat niet vanzelf gaat, besef ik in de eerste kilometers van de tweede rit.
De eerste singletrack komt sneller dan gedacht, ik zit te ver naar achter en zie op een heuvelachtig stuk langs de kust het omvangrijke eerste peloton van ongeveer 30 renners bij me wegrijden. In mijn enthousiasme van het compenseren van mijn slechte start moet ik ook even passen als een paar anderen de oversteek nog wel maken. Ik pak even hersteltijd en bedenk me daarin dat áls deze etappe niet op een teleurstelling wil uitdraaien, ik nu nog iets moet gaan doen.
Samen met een jonge gast in het zwart werk ik samen om op de stroken bergop (meestal vals plat) het gat op de groep voor ons dicht te rijden. Dat lukt wonderwel en als we halverwege de etappe met een man of acht aankomen bij een pittig op en af singletrackstuk zien we zowaar het eerste peloton amper een minuut voor ons rijden. Daardoor word ik wat overmoedig.
Ik zet me op kop en probeer op de korte klimmetjes wat te forceren. Ik hoop een snel dalende Spanjaard mee te krijgen en zo weg te rijden bij de rest. Dat lukt ook, samen met een andere renner hebben we een gaatje, maar als het naar beneden gaat kan ik hem niet meer volgen. De verschillen achter me zijn niet groot en zo rijden we met een man of vier richting de streep. Ik laat me nog flikken in de laatste kilometer en kom als 33ste binnen in 2.16u, zeven minuten achter de winnaar (opnieuw Wawak). Door wat uitvallers en pechgevallen sta ik nu 26ste in het klassement
Etappe drie (20km/590hm)
Strava
Trainingpeaks
Bart staat na pech in de eerste rit en een sterke tweede etappe twee plekken voor me in het algemeen klassement. Dat betekent dat hij in de tijdrit van vandaag één minuut achter me start. Omdat het altijd leuk is om een beetje onderling te strijden wordt mijn doel om in ieder geval eerder dan hij boven te zijn. Gezien onze klimtijden van de eerste dagen moet dat mogelijk zijn. Stiekem hoop ik op een snellere tijd.
Ik neem me wel voor om zoveel mogelijk mijn eigen tijdrit te rijden. Dat betekent de blik op de powermeter (ongeveer 335 watt aanhouden, geeft de trainer aan) en een klein beetje de rem erop in het eerste gedeelte. Dat is op zich geen probleem, want met windkracht vijf in de rug vliegen de eerste kilometers voorbij. Bij de eerste haarspeldbochten zie ik dat Bart dit stuk ongeveer even snel heeft afgelegd.
Het volgende stuk wordt de klim steiler en lastiger, en zijn er ook wat afdalingen. De wind staat vol op de kop en van de zijkant. Het is ‘douwen’ bergop en bergaf worstelen om op de fiets te blijven zitten en het pad te volgen. Ik moet zelfs een keer uitklikken om evenwicht te bewaren. Op het vlakke gedeelte naar de laatste klim kom ik met wind in de rug een verzet te kort (het gaat tegen de vijftig). Als ik bij het opdraaien van de laatste 4 kilometer omkijk zie ik dat Bart tot op minder dan een halve minuut genaderd is.
Ik blijf bij mijn plan, kan zelfs iets hogere wattages trappen dan vooraf gepland en hou ondanks de fikse tegenwind stand tot op de top. Ik haal enkele voor mij gestarte renners in, en ben op weg om de Spanjaard die me onderweg heeft ingehaald weer terug te pakken. Een snelle Belg die voorbij komt (hij rijdt top vijf) neemt hem echter op sleeptouw en samen stayeren ze (wat niet is toegestaan) tot mijn frustratie weer bij me weg. Ik probeer me er niet al te druk om te maken en ben meer dan tevreden met mijn 28ste plek, 25 seconden langzamer dan Bart (26e) en vijf minuten achter winnaar Nadir Colledani maar vooral met hoopgevende wattages (357np).
Etappe 4 (82km/1600hm)
Strava
Trainingpeaks
Ook tijdens de koninginnerit waait er een windkracht 5 dwars over het eiland. Ik sta nog steeds in de top dertig, maar achter me zijn de verschillen klein. Zeker met oog op de etappe van vandaag, waarin de marges groter zullen zijn dan de eerste dagen en met in gedachte mijn gebrek aan duurvermogen. Ik hoop dat de mannen vooraan niet al te gek starten om zo in een groot peloton het eerste gedeelte te overleven.
Nou, die vlieger gaat niet op. Op de eerste beste strook offroad gaat de gashendel vooraan volledig open. Daarachter ontstaat een gevecht van verraste toppers die in paniek nog naar voren willen en renners als ik die met de tong op het stuur ergens een wiel zoeken om bij aan te haken. Geen gemakkelijke opgave met een aantal lastige stroken met los zand.
Als de rook van het bombardement vooraan is opgetrokken, rij ik samen met Bart in een groepje van een man of acht. Ik geef nog een keer goed gas op een lastige klim om erbij te blijven maar denk dan: als ik deze etappe fatsoenlijk wil overleven, dan moet ik mijn eigen tempo gaan rijden. Een afdaling met los zand waar ik de mannen van mijn groep niet kan volgen, helpt in mijn beslissing: ik ga lossen.
Een paar kilometer later vind ik een samenwerking met mannen die een verstandiger tempo rijden. Samen overleven we de snelle, soms listige stroken op weg naar de langste beklimming van deze meerdaagse (7km, 500hm). Daar komen we met z’n drieën aan en hoop ik nog wat op te schuiven. Maar dat valt vies tegen. De renners voor ons zijn slechts kleine stipjes. Samen met een lange Duitser in het blauw-roze rij ik een degelijk tempo naar boven. Daarna profiteer ik van het tempo dat hij ontwikkelt in de afdalingen en op de vlakke stukken.
Hoewel ik hem op korte stroken bergop twee keer bijna los, kan ik hem in de laatste 10 kilometer niet meer volgen. De pijp is leeg. Het gaat grotendeels bergaf, maar ik ben niet meer vooruit te branden. Ik ben klaar met de eindeloze paden met los zand, gravel en voor veel, veel wind tegen. Zelfs als het naar beneden gaat is bijtrappen een must. Ik verlies een paar plekken en kom daardoor met een onvoldaan gevoel over de streep, in 3.34u, toch wel 20 minuten na de winnaar. Ik word 34e, en dat is gelukkig voldoende voor het gestelde doel. In het eindklassement eindig ik door wat uitvallers nog als 29e, voldoende voor 6 UCI-punten.
Meer dan tevreden
Het zijn de eerste UCI-punten die ik individueel pak voor de wereldranglijst (cross-country, de vorige waren allemaal samen met Bart). Dat is toch weer een kleine mijlpaal. Belangrijker is dat ik deze winter op de goede weg ben en dat ik voor mijn gevoel op dezelfde voet verder ga als waar ik aan het einde van afgelopen seizoen was gebleven. De data uit Lanzarote bevestigen ook dat ik ten opzichte van 2017 een stap vooruit ben gegaan. De klimtijdrit (exact hetzelfde parcours) was ik 2,5 minuut sneller en ook op andere cruciale stukken reed ik harder. Toen kwam ik ook niet in de buurt van UCI-punten.
Een fijne gedachte met het oog op het tweede gedeelte van de winter (en het begin van de lente). Daarin zal ik wat meer gaan werken aan het duurvermogen, zeker tijdens ons trainingskamp in maart (locatie nog onbekend). Daarna begint het seizoen pas echt, met onder meer de Hel van Groesbeek, Kellerwald en Sundern-Hagen. Geen rustige zondagse ritjes met koffie zoals de Pure Waarmaker voorstelde, maar veel leuker.
Can’t wait!
De reis naar Lanzarote / 4 Stage MTB Race
De 4 Stage MTB Race op Lanzarote is een fijne wedstrijd om de winter te breken. Hoewel het gezien de hoge gemiddeldes en niet al te lange etappes misschien niet meteen op de ultieme meerdaagse marathon lijkt, is het wel echt mountainbiken pur sang. De omgeving is bij vlagen prachtig. De vulkanische ondergrond maakt het technisch lastig, als je goed kunt sturen kun je zeker een verschil maken. Daarnaast is het écht racen, spectaculair soms, en met de wind en tactiek als bijkomende factor.
Start en finish van de wedstrijd is op Club La Santa aan de minder toeristische westkant van het eiland. Wij kozen als onderkomen voor een Airbnb in het plaatsje Famara, ongeveer tien kilometer noorderlijk en gelegen tegen een karakteristieke bergwand. Niet alleen qua ‘looks’ een prachtig dorpje, maar ook qua sfeer. Bij verre niet zo toeristisch als de ‘all-inclusive’-westkust, maar vol met relaxte surfers en kleine, zeer goede en goedkope eettentjes. Een aanrader!
Qua reis vlogen we twee keer op woensdag, voor weinig met Ryanair. Vliegveld van dienst was Brussel-Charleroi. Bijna 2,5 uur rijden, maar verder een prima vertreklocatie.