Portugal Tour: waarom duo-meerdaagsen zo ontzettend gaaf zijn

Van bovenaf de berg zie ik het oude, totaal afgelegen dorpje liggen. Verscholen tegen de bergwand, grenzend aan een vallei met een paar diepgroene, met donkere stenen ommuurde akkers zoals je ze ze voorstelt bij een top-of-the-bill-reis naar Zuid-Amerika. Niet veel later razen we met vier teams de smalle, soms amper een meter brede straatjes door. Links rechts, bijna bij een van de met gestapelde keien gebouwde huisjes naar binnen. Door de mest, net voorbij een bijna nieuwe bestelauto (hallo contrast), we ontwijken ook nipt een paar kippen. Leunend op een stok ziet een oude bewoner – ik gok dat hij niet vaak in de moderne wereld komt – het allemaal aan. “Wat een gekken”, zie je hem denken.

Via een (ik gok) eeuwenoud bruggetje beginnen we al snel weer aan de volgende beklimming, zijn we weer een met de prachtige natuur en gaat de strijd tegen onze concurrenten verder. Goh, het is dat het verdomme 95 kilometer en meer dan 3500 hoogtemeters is en dat het straks hoe dan ook pijn gaat doen, maar wat hou ik van de koninginnerit van de Portugal Tour MTB. Zeker nu ik met mijn teamgenoot Bart als vanouds het juiste ritme te pakken heb. Gaan we vandaag de beslissende slag slaan op onze Franse en Spaanse concurrenten en een flinke sloot UCI-punten veilig stellen?

Drie dagen eerder zijn we met zijn tweeën begonnen met onze derde deelname aan de duo-wedstrijd die vanwege zijn prijs/kwaliteit-verhouding, prachtige omgeving en vriendelijke organisatie een van onze lievelings is geworden. Mede daarom is het voor mij ook een van mijn hoofddoelen van dit jaar. Met trainer Hidde werk ik naar deze wedstrijd toe en ik heb ook het gevoel dat ik er klaar voor ben, gesterkt door de goede resultaten in de 4Islands Stage Race in Kroatië.

Stamprondje
Dat gevoel wordt meteen bevestigd in de proloog, voor de derde keer op een ander terrein. We verbazen we onszelf. Het verloopt namelijk allesbehalve vlekkeloos op een ‘stamprondje’ van 6 kilometer door licht geaccidenteerde wijngaarden en een bos vol grote rotsen. Bart maakt een foutje bergop, ik doe daardoor teveel kopwerk en kom mezelf in de laatste kilometer gruwelijk tegen. Toch finishen we als negende, met een stuk of vier teams slechts een paar seconden achter ons maar niet zo heel ver achter een paar wereldtoppers.

Tijd: 14.48 min
Power: 364np/316 avg
Link op Strava

UCI.S1
In de Portugal Tour MTB staan dit jaar 18 UCI-teams aan de start (op een totaal van ruim 100 teams). Gezien deze zesdaagse een S1-status heeft gekregen en dus de eerste 34 teams punten krijgen voor de wereldranglijst, hadden we er meer verwacht en zijn we bij finishen van een flinke bak punten verzekerd. Met onder meer twee sterke teams van DMT (met Hans Becking en local Tiago Ferreira), Trek-Selle San Marco (Italiaanse klimmertjes) en ook de Columbiaanse wereldtoppers Hector Paez en Diego Arias is het startveld kwalitatief echter sterk. Om nog maar niet te spreken over de niet-UCI-teams in de overige klassen. Onze ervaring: die rijden hier in Portugal altijd onbeschrijflijk hard.

Flinke klappen
Daar komen we in de eerste rit in lijn achter. Het voelt alsof ik door een heel peloton met de schouders tegen de muur wordt gedrukt en een paar flinke tikken krijg verkocht en eigenlijk is dat ook zo. Ik maak een klein foutje vlak voor het einde van de neutralisatie en het lukt daarna maar moeizaam om verder op te schuiven. Het parcours is weer typisch Portugees: al vroeg in de etappe steken we met zijn allen via grote stenen een rivier van ongeveer honderd meter breed over. We lopen mede daardoor (letterlijk) nog meer achter de feiten aan, maar haken ons wagonnetje aan bij een paar coureurs van het lokale ‘geelblauwe’ team dat elk jaar aan de start staat.

Een van de spaarzame stukken asfalt. De Fransmannen (linksachter, we kenden ze toen nog niet) zien net als ons van een afstandje aan hoe een aantal Portugezen voorop helemaal los gaan. “Wat gebeurt hier toch allemaal”, aldus Bart en ik op het enige moment dat iets van een converstatie mogelijk was.

Die gooien de zweep er nog eens over (ik zit consequent met m’n neus op het stuur) en al snel besluiten Bart en ik voor ons eigen tempo te gaan. We razen over singletracks, door en langs kleine stroompjes, tegen een paar pittige poekels op. Een nieuwe afdaling is van het heftige soort, met los gruis en grote keien. Wonderwel worden we daar niet helemaal meer zoek gereden, integendeel: we houden ondanks onze vaste ‘de boel-heel-houden-tactiek- vaak prima stand. Nogmaals hulde voor onze 2018 Specialized Epic fully’s.

Vat leeg
Tegen het einde van de etappe beginnen we eindelijk wat op te schuiven. We passeren een paar Masters-teams en UCI-teams (waaronder de geelblauwen en een tot dan toe onbekend Frans team). In de laatste kilometers is het vat bij mij echter helemaal leeg. Ik verkijk me op het hoogteprofiel, en Bart sleept me letterlijk de laatste beklimmingen op. Onder meer de Fransen pakken ons terug, we finishen opnieuw als negende UCI (en 14e overall).

Tijd: 3:44.48
Power: 290np/247avg
Link op Strava

Een dag later is het van hetzelfde laken een pak. Ik start iets beter, maar in de eerste 35 kilometer (grotendeels bergop) staat bij de Portugezen de race-modus weer volledig aan. Het parcours van deze grotendeels nieuwe etappe is opnieuw veeleisend (nergens loopt het echt lekker). Ik balanceer consequent op het randje van goed indelen en toch maar aanhaken bij de grote groep waar we in rijden. Hoewel ik in de tussentijd extra veel eet en drink, krijg ik opnieuw het deksel op de neus. Na een gruwelijk loopstuk bergop (onderdeel van de tweede beklimming) val ik weer stil. Normaal gebeurt me dit hoogstens een keer per meerdaagse, maar tijd om na te denken hoe ik dit nu opnieuw voor elkaar krijg, krijg ik niet: Bart houdt het tempo erin, sleept me op stukken bergop weer omhoog en zo houden we de schade beperkt: opnieuw negende UCI (en veertiende overall).

Tijd: 4.06.16
Power: 274np/223avg
Link op Strava

Met wat extra inzet overleefden we de eerste (heel) lange beklimming in een grote groep, met dank aan wat verzorgingsvoordeel (hulde voor soigneur Mart) schoven we wat op. Een klim later was het uit met de pret, al hielden we nog wel wat van deze teams achter ons.

Zo komt het dat we voor aanvang van de koninginnerit onze ogen kunnen richten op twee Fransen op plek acht (ongeveer een minuut voor ons in het klassement) en twee Spanjaarden (ongeveer vijf minuten achter ons op plek tien). De relatieve lange beklimming van eerdere jaren hebben ze vervangen door een op-en-af begin met vervolgens een POEKEL van heb ik jouw daar: 3,5km á 16% gemiddeld, met een strook van 1 kilometer en 200 hoogtemeters. Ik weet één ding zeker: eigen tempo en sparen voor het gedeelte dat daarna nog komt is vandaag de key-to-succes.

Voorzichtig
Ook de concurrentie lijkt wat voorzichtiger en zo komt het dat we met drie andere teams (waaronder onze concurrenten) ons die eerste scherprechter op werken. Mijn vertrouwen stijgt, want ik heb nog wat over (al is die 20% strook wel gruwelijk) en word niet losgereden. Bovenop begint een lange afdaling, met vervolgens een tussenstuk met het prachtige dorpje. Ik weet ook dat het daarna eigenlijk pas echt begint. Een volgende lange beklimming, een technische, maar ook fysiek zware passage van een nóg ouder (middeleeuws) dorpje, een paar pittige uitlopers en een afdaling met ongetwijfeld een paar zuuropwekkende knikjes bergop erin.

Een goed teken als je kan lachen op een klim van tegen de 16% gemiddeld. Met dank ook aan Bart, die me nu niet uit de wind hield maar mij vermaakte met flinke scheldpartijen op zichzelf vanwege zijn eigen geklungel (zijn 36/50 was niet echt afdoende).

Waaiers!
Dit is het moment om ons teamwork  goed uit te spelen: gedurende de eerdere dagen merken we dat Bart als de sterkere van ons twee mij veel beter helpt dan dat de zwakkere bij onze concurrenten door hun ‘kopman’ worden ondersteund. Ik kan er tientallen voorbeelden van geven, maar op de tweede scherprechter maken ze het allemaal wel heel bont (en dom). De klim loopt over een kam en er staat ongeveer een windkrachtje 5 dwars over. Ik zit volgens goed-Hollands waaiergebruik schuin achter Bart, die mij zoveel mogelijk over het makkelijke spoor laat rijden. Hoewel ik die Spanjaarden nog probeer uit te leggen hoe het werkt (samen koersen maakt vrienden), gaan alle teams bij ons in de buurt als eenlingen omhoog, de zwakkere eenzaam spartelend tegen de wind, de sterkere wanhopig omkijkend. Meter voor meter rijden we zo bij ze weg.

Adembenemend
Ook bij de teams voor ons loopt het niet soepel en zo beginnen we aan een opmars. De technische passage door middeleeuws dorp Drave is als altijd adembenemend (het pad is bergaf bijzonder gaaf en echt nét te fietsen, het dorp an sich is de reis al waard). Tijdens het stukje lopen het dorp weer uit tikken de sterk downhillende Fransen ons nog bijna aan (ze komen tot op 10 meter), maar gezien het enthousiasme en de explosiviteit waar ze dat mee doen weet ik: die hebben we in de knip.

De klim die volgt is namelijk steil en daar rijden we definitief weg bij de rest. Ook de uitlopers en de afdaling verteren we goed. Op het einde trekt Bart de gaskraan nog eens goed open. We komen als 8e UCI-team en 10e overall binnen. En, met dank aan Strava: de laatste kilometer (deels bergop) leggen we sneller af dan de teams die sprinten om de eindzege. De Spanjaarden en Fransen komen op respectievelijk vijf en zes minuten binnen. Bam, tik uitgedeeld!

Tijd: 5:10.55
Power: 274np/232avg
Link op Strava

Een flinke inspanning om het prachtige Drave (zie de achtergrond) te verlaten…
.. maar een paar honderd meter later geven we de nog door te ontwikkelen nieuwe internationale MTB-groet ‘Het Handpalmpje’ als teken dat de buit wel binnen is. De Fransen en Spanjaarden zien we deze rit niet meer terug.

Ik weet dat onze achtste positie in het klassement in de vierde etappe in principe niet in gevaar gaat komen: dat is een xc-rit met drie (bijzonder leuke) rondjes van ongeveer 9 kilometer (en meer dan 300 hm per omloop). Gezien ik vorig jaar goede benen had in deze rit heb ik even de ambitie om onze voorsprong zelfs iets uit te breiden, maar tegen de Fransen en de Spanjaarden (teams met duidelijk xc-ervaring) haalt dat niets uit. Ik heb geen beste dag, maar we houden onze concurrenten binnen schotsafstand, worden tiende en verliezen slechts krap een minuutje van onze voorsprong.

Tijd: 1:12.44
Power: 313np, 268avg
Link op Strava

Hoewel we beiden geen xc-mannen zijn en onze concurrenten duidelijk wel, hebben we de Spanjaarden nog bijna te pakken. Het draait in de laatste ronde uit op een sprint naar de laatste top. Die verliezen we, met de hartslag in de keel maak ik afdalend een paar foutjes die ons wat extra seconden kosten.

Het wordt dus nog spannend in de laatste rit. Traditioneel is dat altijd een technische, maar omdat het parcours nu voor een groot deel veranderd is weet ik niet zo goed wat te verwachten. Het gebied van de Portugal Tour (bij Viseu, 150 kilometer ten oosten van Porto) is eind vorig jaar geteisterd door gruwelijke bosbranden. Verschillende paden zijn simpelweg verdwenen, deze etappe is ook een eerbetoon aan de tientallen slachtoffers die er toen vielen.

Onder druk
We besluiten onze koers zoveel mogelijk af te stemmen op onze concurrentie achter ons. Voor ons valt er namelijk weinig meer te winnen. Waar we de Fransen tijdstechnisch het meest moeten vrezen, openen de Spanjaarden juist vanaf de start de aanval. Ik heb meteen de zwakkere van de twee  (pittig hijgend) in mijn wiel en ze trekken zo hard door dat ik ze moet laten rijden. De Fransen houden we echter ruim achter ons, dus van paniek is geen sprake. Toch wordt het spannend. De onmogelijke Romeinse paden (hallo keien) uit deze rit hebben de branden wel doorstaan en op die lastig te rijden passages verdwijnen Pablo Satorre en Victor Pardo (we zullen ze dan ook maar eens bij naam noemen) uit het zicht, Pierrick Kersuzan en Rémi Groslambert komen ons voorbij.

Op een of andere manier zet dat bij mij de knop om: het is mooi geweest. Camambert en z’n vriend breken we mentaal door het gat dat ze op de technische gedeeltes telkens pakken bergop ‘easy’ te neutraliseren. Zodra we ze achter laten en het sterkste Portugese UCI-team met pech langs de kant zien staan, krijgen we ook de twee Spaanse gesoigneerde shirtjes in het zicht. Die razen we voorbij en in de laatste twintig kilometer van de Portugal Tour is het daarom genieten.

Alsof de vorige dagen nog niet pittig genoeg waren, maakte de organisatie van de Portugal Tour de laatste rit ook nog eens bijzonder lastig. Rotsen, keien, slecht lopende geitenpaden, modderstroken, loopstukjes, alles zat er in. Ik was ondertussen alleen maar bezig het met koersverloop en onderging alles maar ‘gewoon’ achter een ontketende Bart.

Locomotief
We krijgen het allesbehalve cadeau met meerdere ‘muren’ en een aantal paadjes van het kaliber hobbel-de-bobbel stuiter-de-stuiter (met wat voetjes aan de grond). Maar met Bart als een locomotief eerste klasse houden we stand, en halen we ook  de eerste Masters voor ons in. Die teams strijden om de podiumplekken en de eindzege en ze proberen ons stuk voor stuk in hun combine mee te krijgen (er wordt helaas geen geld geboden). Wat ze ook willen, ze kunnen ons wiel simpelweg niet houden. We zoeven zo als nummer zeven UCI én overall over de streep. Omdat het sterke Portugese team moet opgeven, finishen we ook op die plek in het eindklassement: it ain’t over till it’s over, that’s stageracing!

Tijd: 3:36.00
Power: 285np/233avg
Link op Strava

Op de eindstreep van de Portugal Tour MTB rijden we eindelijk een keer meer dan twee meter uit elkaar…

Bevestiging
Het is een resultaat waar ik trots op ben. We verdienen 60 UCI-punten de man en met de buit van Kroatië erbij is dat goed voor een plek in de top 500 (!) van de wereldranglijst. Deze Portugal Tour is een bevestiging dat ik toch weer een stapje vooruit heb gemaakt.

Het is ook goed voor het vertrouwen richting ons hoofddoel: de Transalp. Zes dagen van optimaal teamwork, Bart en ik waren samen een geöliede machine (met duidelijke afspraken, zoals risicobeperking bergaf) en dat is vooral ook een prestatie van hem. Hij maakt zich volledig ondergeschikt aan het teambelang en dat is niet vanzelfsprekend. Als gezegd: bij heel veel teams gaat het daar mis.

Waar hij vaak wat over had, moest me ik me er wel helemaal leeg voor trekken. Want het verhaal hiervoor klinkt misschien mooi, het was een flinke inspanning. De Portugal Tour is een prachtige meerdaagse (schitterende omgeving, afwisselend parcours, prima hotels, betaalbaar), maar is qua zwaarte van de buitencategorie. Maar het is dat dat de voldoening alleen maar groter maakt.

Het is misschien ook wel waarom dit soort wedstrijden zo ontzettend gaaf zijn.

Prachtige natuur en een lokale veertigplusser die er met moordend tempo doorheen joekelt: welkom in de Portugal Tour MTB!
De bergkam waar je meerdere keren tijdens de Portugal Tour overheen gaat. Ik geloofde het uitzicht op d’n duur wel, Bart niet.
Finish van de koninginnerit, na 95 kilometer en 3600hm. “Bart, wat deed jij allemaal die laatste kilometer?”. “Nog ff sprinten, hoezo?”
De laatste rit ging door veel afgebrand bos. Het schijnt er nogal heftig aan toe te zijn gegaan. Het stonk ook, aan Barts gezicht te zien…
Zes dagen afzien en een zevende plek in het eindklassement, maar onze knapste prestatie was om verzorger Mart op de foto te krijgen. Samen met zijn supporterscrew maakte hij het elke dag helemaal waar (waarvoor nogmaals dank) Of ja, elke dag. De laatste etappe hielp verzorger John van MTB ‘t Zand ons aan een vers bidonnetje, Mart had zich namelijk een dagje verrekend en zat al lekker in vliegtuig terug…

Related posts

Groot verschil in disciplines, locatie en resultaten: recap anderhalve maand koers

by Juul van Loon
6 jaar ago

4 Islands Dag 4: een onverwachts lekker einde

by Juul van Loon
5 jaar ago

Subaru Beach Battle: genieten, ondanks een valse start en een Mollemaatje

by Juul van Loon
4 jaar ago
Mobiele versie afsluiten