Het leeft de laatste jaren meer en meer in de subtop van het Nederlandse marathonbikers: kwalificatie voor het wereldkampioenschap van deze lange afstandsdiscipline. Waar je in het verleden eigenlijk automatisch gekwalificeerd was bij het voldoen aan de (haalbare) eis van de UCI, heeft bondscoach Gerben de Knegt voor komend seizoen een voorbehoud ingebouwd. Dat blijkt uit het Jaarplan Mountainbike 2018.
De weg naar het WK Marathon gaat via aanwijsplekken van de wielerbond (De Knegt heeft zes plekken te verdelen) of via de UCI Marathonseries. Renners die bij een manche in de top twintig zijn geëindigd mogen van de UCI starten op het daaropvolgende WK. Dat geldt ook voor coureurs die in de top vijftig van de marathon-wereldranglijst staan.
Kostenpost
Afgelopen jaar kwalificeerden zich zo meer dan tien coureurs voor het WK. Hoewel de kosten voor deelname voor hun eigen rekening zijn is dat volgens De Knegt toch een flinke kostenpost voor de bond. ,,Bij elk kledingsetje gaat er bijvoorbeeld 100 euro van het seizoensbudget af. Dat telt zo aardig op”, legt de bondscoach uit.
Representatief
Vandaar dat De Knegt in het Jaarplan aangeeft altijd zelf de definitieve selectie te maken. Daar grijpt hij op terug als deelnemers zich ‘per toeval’ hebben gekwalificeerd. ,,De meeste renners hoeven zich geen zorgen te maken”, geeft De Knegt aan. ,,Ik gun iedereen zijn deelname aan het WK. Het gaat ook niet alleen om het budget: ik vind dat renners representatief moeten zijn. Vooral bij de elite-vrouwen is finishen in een race in de Marathonseries vaak al voldoende voor kwalificatie, vanwege de kleine deelnemersvelden. Iemand die zesde wordt in een wedstrijd, maar toch een uur of drie toegeeft op de winnaar ga ik niet meer voor het WK inschrijven. Het blijft toch topsport.”
Nul euro van NOCNSF
De noodzaak van de maatregel van De Knegt ligt vanzelfsprekend in het totale budget dat hij tot zijn beschikking heeft. Dat is na de Olympische Spelen van 2016 drastisch minder geworden. Het NOCNSF schroeft de subsidie voor ‘onze sport’ na twee halveringen terug tot 0 in 2019. De Knegt is aangewezen op het beperkte budget van de KNWU en zou het moeten doen met ‘enkele tienduizenden euro’s’. Die heeft hij hard nodig om deelname aan cross-country-kampioenschappen te faciliteren.
Jeugd
In het jaarplan is dat ook terug te zien. Er gaat geen geld meer naar het K-OTC in Zuid-Limburg; de beperkte faciliteiten die daar nog worden aangeboden worden mogelijk gemaakt door de provincie Limburg. Het budget wordt naast de kampioenschappen ingezet voor de jeugd. Net als afgelopen jaar gaat De Knegt met enkele jonge, talentvolle coureurs naar wedstrijden in Nalles (Italië) en Obertaurn (Oostenrijk).