Zijn benen waren misschien wel té goed. Hans Becking had vrijdag lang zicht op de zege in de tweede etappe van de Alpentour Trophy (UCI.S1), maar de coureur van CST-Sandd-American Eagle kwam na 68 kilometer en 3100 hoogtemeters buiten de top tien over de meet: elfde.
Pichl. Spreek de naam van de klim uit in een groepje (oud-)deelnemers van de Oostenrijkse vierdaagse en het zal ongetwijfeld een bron zijn van sterke verhalen over bizarre percentages, ontplofte benen en eindeloos afzien. Becking kan er sinds vrijdag over meepraten. Op de scherprechter (700hm in krap 5km) reed de Nederlander nog samen voorop met Daniel Geismayr en Alban Lakata. Pak ‘m beet vijftien kilometer later en een ineenstorting van Becking verder was het verschil met de nummer één en twee van de etappe acht minuten.
“Ik heb mijn les geleerd en mijn limiet gevonden”
“Ik heb gegokt en verloren”, gaf Becking na afloop toe. “Ik voelde me super. Zat er op de eerste klim nog goed bij en heb halverwege de etappe zelfs geprobeerd weg te rijden. Maar dat had ik misschien beter niet kunnen doen. De mannen met wie ik reed rij je er niet zomaar af. Ineens was het op en als het op is, is het ook echt op. Ik heb mijn les geleerd en mijn limiet gevonden.”
Achter Becking reed zijn teamgenoot David Nordemann een knappe etappe. Hij kwam in het sterke internationale deelnemersveld als zeventiende binnen. Bij de vrouwen won opnieuw Christina Kollman. Het algemene klassement is nog niet online te vinden.