Mathieu kan alles. Na zijn opzienbarende achtste plek in Nove Mesto en een etappezege in de Ronde van België als tussendoortje werd de pas 22-jarige Nederlandse coureur zondag tweede in de World Cup in Albstadt. Het was (voorzover we hebben kunnen nagaan) de eerste keer sinds 2006 (Brentjens overwinning op Curacao) dat er een landgenoot op het podium stond van een wereldbeker, en de vierde keer dat een Nederlander dit presteert. Naast Brentjens gingen alleen Bas van Dooren en Erwin Bakker hem voor.
Van der Poel reed vanaf het begin van de koers voorop met wereldkampioen Schürter en diens landgenoot Mathias Flückiger. Vooral bergop maakte de Nederlander indruk, maar na een valpartij in de vierde ronde raakte hij zijn twee kompanen kwijt. Kort daarna viel ook Flückiger (een stuk harder) en daardoor kwam Van der Poel weer op plek twee te liggen.
In de laatste drie ronden deed hij er vervolgens alles aan om het gat van krap een halve minuut op Schurter te dichten, maar dat – het is potdomme geen schande – lukte hem niet. Wel hield hij meer dan voldoende marge op nummer drie Anton Cooper.
Achter Van der Poel reed ook Hans Becking een knappe wedstrijd. De Nederlands kampioen lijkt de aansluiting met de wereldtop te hebben gevonden en finishte na Nove Mesto (vijftiende) nog dichter bij de top tien: twaalfde, weer een nieuwe beste prestatie uit zijn carrière. Michiel van der Heijden werd 46e, Frank Beemer 64e en Erik Groen 82e.