Marathonbikers zijn er allemaal goed in om hun sport te romantiseren. Terecht ook. Maar, hoe prachtig het ook is om het maximale van jezelf te vergen in de meest prachtige gebieden van deze aardbol, is het niet altijd rozengeur en maneschijn op een mtb. Ik denk dat iedere mountainbiker het moment kent dat je tijdens een marathon in grote mate teleurgesteld wordt in de data op je fietscomputer. Terwijl je denkt al richting de vier uur bezig te zijn en je ervan uitgaat dat je het gros van de kilometers al achter de rug te hebt, zie je dat je nog niet eens op de helft bent en nog zeker meer dan twee uur voor de boeg hebt.

Goh, wat kunnen die laatste kilometers dan toch lang duren. En, wat kun je jezelf toch afvragen wat je in de aanloop naar die marathon toch zo mooi vond aan de sport om toch maar weer in te schrijven. De pijn in de benen neemt alleen maar toe. Maar waar blijft toch godverdomme die finish?

Nu zijn er gelukkig wel manieren om de hierboven omschreven situatie te voorkomen. Je kunt natuurlijk nooit naar het aantal kilometers en verstreken tijd kijken, maar aan een goed duurvermogen heb je meer. Wat mij altijd helpt is het rijden van een wedstrijd over een (zeer) lange afstand. Het is niet alleen goed voor dat duurvermogen, maar ook goed voor een niet te onderschatten mentaal voordeel: na die lange wedstrijd (je moet even door de zure appel heen) zullen de volgende races – ook al gaan ze richting de 100 kilometer – aanvoelen als kort.

Dat is een van de voornaamste reden dat ik me op het laatste moment inschrijf voor het Bikefestival in Willingen. Met 130 kilometer en 3500 hoogtemeters een race waar je wel een uurtje of zes mee zoet bent. Zeker gezien de omstandigheden die deze keer zijn te verwachten. Op de wedstrijddag is het weliswaar mooi weer (anders had ik waarschijnlijk ook niet meegedaan), maar als ik op vrijdagmiddag op een parkeerplaats vol met dure campers mijn CombiCamp openklap, komt het met bakken uit de lucht.

Er valt zoveel regen, dat ik me toch maar op het ergste voorbereid. De noppenband (Specialized Ground Control) gaat voorop, ik overweeg zelfs even het voorspatbordje dat in het inschrijftasje zit te monteren en leg toch maar een wat ouder setje kleren klaar in plaats van mijn gesoigneerde, smetteloze ThijsHendriks.nl-snelpak. Het wordt een modderfestijn, maar dat maakt me verder niet uit. Ik stel me in op een lange dag en heb als doel die zo constant mogelijk door te komen.

Zoekplaatje, maar ik sta aan de linkerkant nog net op de foto.

Als ik na een korte nachtrust (het startschot in Willingen valt al om 7.30 uur) bijna boven ben op de startklim, ben ik toch wat in verwarring. Ik heb nog maar weinig modder gezien en ik trap dusdanig makkelijk naar boven dat ik eigenlijk automatisch een versnelling hoger ga. Zal het dan toch een andere dag worden dan gepland? Maar op het traditionele wandelpad bovenop vallen de dingen al snel in de plooi waar ik op had gerekend. In de afdaling zie ik twee concurrenten vanwege de toch volop aanwezige modder head first richting grond gaan en zelf sta ik ook een keer of twee bijna overdwars. Nee, dit gaat voor mij geen race op het scherpst van de snede worden: alles op reserve vandaag, die zes uur steady volmaken.

Juist als ik mezelf herinner aan dat streven komt Onno Reijnhout me voorbij. Ik had hem al in het startvak zien staan en aangestipt als een mooie compagnon om al die uurtjes op de fiets wat makkelijker door te brengen. Of Reijnhout hetzelfde idee had toen hij mij zag rijden dat weet ik niet, maar we sluiten langzaam maar zeker een stilzwijgend verbond. Nu is Reijnhout een klasbak van het sterkste soort en ooit nog glorieus winnaar van de BoVELO Bikesight.nl Bergprijs, maar als ik zo achter hem fiets zie ik dat hij minder scherp staat dan anders. Hoe dan ook: het tempo dat hij rijdt is voor mij perfect. Alle beklimmingen rij ik zo tussen de 300 en 320 watt op, precies wat ik vooraf in gedachte had. Op de tussenstukken, de afdalingen en de ‘knackige trails’ die onder onze wielen doorschuiven doen we, als we niet in een groep zitten, allebei ons kopwerk.

Prima toeven achter de brede rug van Reijnhout. Foto: Ben van Reeden

Tijdens het Bikefestival in Willingen weet je nooit precies wie nu de concurrentie is, omdat de drie afstanden (56km, 95km en 130km) tegelijk starten en je onderweg kan kiezen waar je voor gaat. Ik hou me er echter niet zo mee bezig en (zonder dat ik daarvoor op mijn Garmin kijk) lijkt de tijd voorbij te vliegen. De eerste ronde zit er zo op, en voor ik het weet rijden we richting we de langste beklimming van de dag, die van de Langenberg.

Daarvoor ben ik al bij Reijnhout weggereden, eigenlijk door alleen maar mijn eigen wattage vast te houden. Dat doe ik in de 25 minuten klimmen naar de 895 meter hoge top ook en het is goed voor mijn moraal dat ik twee concurrenten voor me oppik. In de lange afdaling richting de laatste doorkomst zie ik dat achter me de verschillen nog niet groot zijn (ik zie Reijnhout ook nog rijden), maar mijn focus blijft op mijn eigen tempo. Op de steile klim bij doorkomst (je moet dat pokkeding twee keer op) merk ik dat het energie sparen zijn vruchten heeft afgeworpen.

Niet meer gewend: zelf bidonnetjes pakken bij het ingaan van de tweede ronde. Reijnhout toert rustig verder. Foto: Ben van Reeden

Er zit honderd kilometer op, maar ik voel me bijzonder fris. En alhoewel ik deze rit vooral rij om mezelf mentaal op de proef te stellen als het richting de zes uur koers gaat, vermaak ik me nog prima en heb ik nog wel goesting voor de laatste dertig kilometer. Ik neem een paar extra gelletjes en een 3Action-cafeïne ampul en ga er eens goed voor zitten op mijn modderige zadel: eens kijken of ik er ook nog een mooi resultaat uit kan persen. Langs de kant hoor ik dat ik net in de top twintig lig. Ik zet hoog in, en leg de lat op de top tien.

Ik pak rij al snel de eerste twee concurrenten voorbij, voel me sterk en sluit al vroeg aan bij de volgende twee. Ik word wat overmoedig en sprint (ja, dat was het echt) op een steil poefje met bovenaan wat wortels ook bij hun weg. Het volgende slachtoffer dient zich aan en net als ik mezelf voor de kop wil slaan dat ik misschien wel véél te rustig heb gereden in de eerste 100 kilometer merk ik toch wel veel heb geleden. Op de laatste lange beklimming van de dag pers ik er uit mijn tenen nog een versnelling uit, genoeg om bij mijn concurrent weg te rijden maar te weinig om hem tot de finish voor te blijven. In de laatste meters bergop rijdt hij me weer voorbij.

Daardoor kom ik als vijftiende over de meet, in 6 uur en 18 minuten. Daar ben ik tevreden mee, maar ik ben vooral blij als ik mijn data analyseer. Er is amper een verschil tussen de eerste helft en de tweede helft: 288np om 282np. Ik doe het ervoor!

Daarnaast is het een compliment aan het parcours van het Willingen Bike Festival dat meer dan zes uur koers heel snel voorbijging. Deze marathon is afwisselend, strak georganiseerd en heeft een mooi deelnemersveld. Je betaalt er meer voor dan een kleinschalige marathon, maar krijgt daar in mijn ogen wel wat voor terug, zoals het grote Expo-terrein vol met stands van fietsfabrikanten.