Blog Rursee: laat die Transalp maar komen!

Bart produceerde een paar oerkreten, Tibor begon te juichen en wat rare bewegingen op de fiets te maken en ik – in het derde en laatste wiel – kon alleen maar lachen. Voor het eerst reden we als vaste trainingsmaten en fietsmakkers ‘in koers’ in een groepje van drie en het was ook nog eens op een plek in de top tien. We waren halverwege de eerste ronde van de MTB Marathon am Rursee (95km/2400hm) op een steile klim met zijn drieën weggereden bij een redelijk omvangrijke groep met daarin flink wat andere Nederlanders. Puur genieten.

Onze ‘ontsnapping’ had van mij tot aan de finish mogen duren, maar helaas sloot de rest na anderhalve kilometer weer aan. De paar minuten met zijn drieën waren wel goed voor mijn moraal. En die was al hoog, omdat ik tijdens de vierde wedstrijd in de SforZ Marathoncup totaal onverwachts met goede benen aan het rondrijden was. In de voorbereiding op de Transalp – die rij ik samen met Bart – had ik deze wedstrijd aangestipt als extraatje: met slechte benen mocht ik er van mezelf een veredelde training van maken, met goede benen was een ‘dood of de gladiolen’-tactiek toegestaan.

Op de steile (maar gelukkig korte) skipiste, kort achter Bart. Oefenen voor de Transalp. Foto: RP Fotografik

Na een weekje rust na de Alpentour Trophy zat/zit ik namelijk de laatste periode van intensieve training, om de puntjes op de i te zetten. Daarom zat ik in de zes dagen voor de Rursee-marathon niet stil: ik deed op maandag een blokkentraining op de racefiets, ging als elke dinsdagavond mee met de snelle mannen van De Wedrenners, deed woensdags een rustige duurtraining met Bart en leefde me donderdags anderhalf uur uit op de pittige klimmetjes in het bos bij Plasmolen. Daarnaast besloot ik met Tibor een huisje te boeken, zaterdagochtend al vroeg naar de Eifel af te reizen om de dag voor (en ook de dag na) de marathon daar nog wat mooie trails te rijden.  Oftewel: ik stond met twaalf uur aardig intensieve training in de benen in het krappe startvak in Einruhr.

Het verbaasde me dan ook dat toen het stof van de eerste vlakke kilometers letterlijk was opgetrokken ik op de startklim makkelijk naar boven reed en zelfs boven op de top in een groep terecht kwam met niet alleen mijn – beide niet helemaal fitte – fietsmaten, maar ook bij gasten bij wie ik normaal moet lossen. Ik schakelde automatisch over op de dood-of-de-gladiolentactiek. De scherpe kantjes werden daar wel een klein beetje vanaf gehaald, toen op de tweede beklimming (een mooie singletrack omhoog) Bart en ik stilzwijgend overeen kwamen dat we er een Transalp-training van gingen maken. Dat hield in dat hij op de stukken vlak en vals plat naar beneden mij zoveel mogelijk uit de wind hield.

Dat ging prima – bergop liep het überhaupt lekker – en dat had weer tot gevolg dat ik bij het ingaan van de tweede en laatste ronde aan het rijden was voor een plek in de top tien én eigenlijk nog geen meter op kop had gereden. Dat bleek ook wel op de eerste lange beklimming van het rondje. Ik besloot maar eens wat initiatief te nemen. Of het daardoor kwam weet ik niet, maar ons mooie groepje viel uit elkaar.

Tibor besloot al snel naar zijn lichaam te luisteren en zich terug te laten zakken, Bart en ik bleven nog met twee andere concurrenten over. Een daarvan was de Belg Carlo Porco, de ander de Nederlander Michel Pannekeet. Toen Bart in de enige technische afdaling ongelukkig viel en mij sommeerde door te rijden, bleef ik met de twee andere mannen over.

Aangezien Porco er niet bepaald een constant tempo op nahield, reed ik al snel samen met Pannekeet. Met hem was de deal snel beklonken: samenwerken tot aan de streep. Ondanks dat we heel lang helemaal niks achter ons zagen, haalden we die niet met zijn tweeën. Leander Hamelink had weer eens zijn duivels ontbonden in de laatste kilometers en hij bracht onder andere Porco in zijn wiel mee. Daardoor werd het op de laatste korte poefjes een strijd van man tegen man. Ik besloot mijn benen en longen te belonen voor al het harde werk van de hele week en capituleerde als eerste. Ik kwam daardoor niet als achtste, maar als twaalfde over de streep.

Niet dat ik daar ontevreden mee was. Integendeel. Laat die Transalp maar komen!

Een ronde later op de skipiste samen met Pannekeet. Had het ook niet makkelijk hem te volgen, overigens. Foto: T. Ibornator

Related posts

NK Beachrace: op pad met én gruwelijk gelost door de specialisten

by Juul van Loon
4 jaar ago

Blog Alpentour (3): gered door de verkeerde afslag

by Juul van Loon
8 jaar ago

Blog SKS Marathon: het zal me een worst wezen

by Juul van Loon
9 jaar ago
Mobiele versie afsluiten