Blog Alpentour (1): ultiem genieten bergop, afzien bergaf

Het geluid van banden langzaam rollend over gravel, slechts overstemd door het gehijg van, sorry dames,  met name de vrouwelijke concurrenten. Prachtige besneeuwde bergtoppen om je heen, een uitzicht dat bij elke haarspeldbocht verandert. Het gevecht met jezelf, een cadans zoeken, de druppels zweet die daardoor op je bovenbuis en je Garmin druppelen.

Goh, wat had ik dat gemist: een lange Alpenklim oprijden in de brandende zon. Dat dacht ik vandaag een keer of tien tijdens de eerste beklimming van de eerste etappe van de vierdaagse Alpentour Trophy in het Oostenrijkse Schladming.

Ik gaf mezelf ook wat ruimte om te genieten van al het moois om me heen, want het gevecht met mezelf was zeker in het begin niet heel erg heftig. Met het hoogteprofiel van de etappe  (59km/2900hm) en nog wat laatste, naar later bleek zeer bruikbare inside information van Hansje B. in het achterhoofd, besloot ik met wat reserve te beginnen richting Höchwurzen, de eerste top van de dag. De tweede beklimming riching het meer van Giglach ging namelijk van 1000m naar 2000m met zeker aan het einde pittige steigingspercentages.
Dat bleek inderdaad zo te zijn. Hoe dichter bij de top, hoe lastiger het was om overal te blijven fietsen. Van mijn geplande opmars kwam daardoor weinig terecht. Ik had mijn volledige hartslagbereik namelijk nodig om bij een percentage van boven de twintig procent om de losliggende keien heen te rijden en daarbij de grip op mijn achterwiel niet te verliezen. Ging best aardig, maar echt  verschil maken met de veelal lopende mannen en vrouwen om me heen deed ik ook niet.
Zwaaien naar de fotograaf. Niet dat ik op dit moment, iets onder de tweede top van de dag, heel veel over had. Foto: Micha Salden
Ik kwam wel met wat voorsprong op een grote groep boven, maar eenmaal het punt van 2000 meter gepasseerd begon het pas echt. Kon ik van de klim genieten, het echte afzien was deze dag weggelegd voor de afdaling. Grote keien, rotsen, drops, kleine afgrondjes en heel wat waterpassages: na een wat onwennig begin en best wel wat stukken lopen kwam ik degelijk over alle lastige en gevaarlijke stukken heen. De kritieke momenten beperkten zich tot de modderpassages. Tot aan de assen vastgereden in de blub lukte het me twee keer net op tijd uit te klikken en zo een zwart pak te voorkomen.
Na de lange, lastige maar eigenlijk gewoon ultiem mooie singletrack ging het met dezelfde gruwelpercentages van bergop over schotter bergaf en dat was een ware kwelling voor handen en polsen. Kramp! Wat was ik blij dat ik beneden was. Dat ik daar achterom keek en constateerde dat zo’n beetje iedereen die ik had losgereden bergop weer bij me aansloot, deed me op dat moment even niks.
Ik besloot om het laatste poefje richting de altijd mooie laatste flow-trail van de skipiste af niet al te gek te doen, bleef de meeste weer aangesloten concurrenten wel voor en kwam zo na 3 uur en ongeveer 45 minuten redelijk fris over de streep op een voor mij nu nog onbekende plek. Morgen mijn favoriete etappe naar Hauser Kaibling (56km/2000hm). Dan ga ik het gevecht met mezelf wat meer aan. Benieuwd of ik er dan nog zo van geniet.

Related posts

4 Islands Dag 2: een pas op de plaats in de Kroatische modder

by Juul van Loon
6 jaar ago

Groot verschil in disciplines, locatie en resultaten: recap anderhalve maand koers

by Juul van Loon
6 jaar ago

Vulkanbike: niet voor het podium, maar voor de prestige

by Juul van Loon
3 jaar ago
Mobiele versie afsluiten