NIEUWKUIJK – Haar rentree in de mountainbikewereld bekroonde ze met een zege in de openingsmanche van de Pearl Izumi Benelux Cup. Marianne Vos was in Nieuwkuijk echter niet oppermachtig. Ze vocht tijdens de race een pittig gevecht uit met Annemarie Worst en Anne Terpstra en reed die laatste pas in de laatste paar honderd meter los. “Nee, het ging niet vanzelf vandaag”, zei Vos na afloop van haar thuiswedstrijd. “Maar ik heb plezier gehad, leuk om zo met die meiden te strijden.”
Haar eerste meters op een mountainbike in wedstrijdverband zijn voor Vos een opmaat naar hopelijk een Olympische kwalificatie. Daarvoor liggen er nog wel een aantal beren op de weg. Nederland heeft nog geen recht op een startplek én Vos dient vervolgens ook nog aan eisen van het NOC*NSF te voldoen. De wereldbekers zijn voor Vos de sleutel naar succes. “Dat we ons als land nog niet voor de Olympische mountainbikewedstrijd hebben gekwalificeerd, daar ben ik me natuurlijk van bewust. Maar ik maak me daar geen zorgen over. Ik denk dat Anne en ik voldoende punten gaan pakken om bij de beste zeventien op de Olympische landenranking (nodig voor een startplek, red.) terecht te komen.”
Na haar hamstringblessure is haar conditie groeiende. Dat die straks weer op orde is als ze aan start staat in de eerste World Cup in Nove Mesto (eind mei), daar is Vos niet bang voor. “Maar ik ga geen concrete verwachting aan de wereldbekers vastplakken”, bleef ze voorzichtig. “Het zal aftasten zijn, lastig om te bepalen waar ik zal staan. Maar het is natuurlijk duidelijk dat het niet eenvoudig zal zijn om me individueel te kwalificeren voor de Spelen.”
Vos moet daarvoor in de top twaalf finishen op het WK, of in de top tien van het EK. Ook een top 6 of twee top 12 klasseringen in een wereldbeker is voldoende. In het bereiken van haar doel heeft ze veel aan haar teamgenote Pauline Ferrand-Prevot. De Franse wereldkampioene op de weg is net als Vos een alleskunner. Ferrand-Prevot won afgelopen seizoen twee wereldbekers. “Pauline weet natuurlijk heel goed hoe je het rijden op de weg kan combineren met het mountainbiken. Ook technisch is ze sterk en kan ze me helpen. Daar maak ik meer zorgen over dan om mijn conditie. Het vergt natuurlijk heel wat aanpassing en zeker de parcoursen van de wereldbeker zijn niet mis.”
