NIEUWEGEIN – Hoe zit het nu met het selectiebeleid voor het komende WK in Hafjell? Die vraag rees op in de mountainbikewereld toen bondscoach Tim Heemskerk deze week besloot om de selectie die begin september met hem mee mag naar Noorwegen pas op maandag 18 augustus bekend te maken, drie weken later dan oorspronkelijk de bedoeling was.

Bondscoach Tim Heemskerk.
Bondscoach Tim Heemskerk.

De verklaring van Heemskerk is simpel. “Op deze manier geef ik meer mountainbikers de kans om te laten zien dat ze naar het WK behoren te gaan”, legt de bondscoach een dag na zijn eerste korte uitleg aan Bikesight.nl uit. “Dat doe ik in het belang van de renners zelf, maar ook met het oog op de Olympische landenranking, die van belang is voor het aantal startplekken op de Spelen in Rio 2016. Daardoor zal ik twijfelgevallen in de categorieën die tellen voor deze ranking (elite-mannen en -vrouwen) sneller meenemen.”

De verlenging van de periode tot het bekend maken van zijn selectie geeft renners de kans om hun benen te laten spreken in de komende wereldbeker in Windham, maar ook in UCI-wedstrijden als de Coupe de France in Oz-en-Oisans (16 augustus), de  BMC Cup in Basel (17 augustus) en bijvoorbeeld de European Grand Prix in Malmedy (17 augustus). Want alhoewel de bondscoach aan het begin van het seizoen een pittige selectienorm op basis van prestaties in wereldbekers en kampioenschappen vaststelde, hij heeft zelf (met talentcoach Gerben de Knegt en technisch-directeur Thorwald Veneberg) altijd het laatste woord. Dat betekent (kopje B in de selectiecriteria) dat hij renners ook op basis van prestaties in dit soort wedstrijden kan selecteren. “Als iemand laat zien dat hij vlak voor het WK in vorm is dan maakt iemand een reële kans aan de selectie te worden toegevoegd. Zeker als hij of zij dat doet in races van een sterk internationaal kaliber als de Coupe de France. Want een korte uitslag in zo’n race telt natuurlijk zwaarder dan bijvoorbeeld in Malmedy.”

Maar de vaststelling dat Heemskerk – zoals in zijn selectiecriteria staat beschreven – uitzonderingen kan maken, werkt natuurlijk ook de andere kant. “Als iemand aan de eisen heeft voldaan, wil dat niet met honderd procent zekerheid zeggen dat hij of zij ook geselecteerd wordt, maar het is tot nu altijd zo geweest dat zo’n renner dan ook gaat. Aan de andere kant: als iemand net niet aan de norm voldoet of goed rijdt maar door pech geen resultaat neerzet, dan kan ik ook over mijn hart strijken en iemand toch meenemen. Zeker, zoals ik al zei, als het om voor de landenranking belangrijke categorieën gaat.”

Aan de prestatienorm die Heemskerk vaststelde, voldeden tot nu toe alleen Michiel van der Heijden (u23), Milan Vader (junioren), Anne Terpstra (elite-vrouwen), Jeroen van Eck (XCE) en Rick Koekoek (trail). Een aantal coureurs, zoals Rudi van Houts (elite), Britt van den Boogert (u23), Annefleur Kalvenhaar (u23) en Roel van der Stegen (junioren) hebben nog één goed resultaat nodig om aan de eisen te voldoen. Heemskerk: “Er is een vaste kern die weet dat ze naar het WK gaan, en waar ik vanzelfsprekend daarover contact mee heb. Iemand als Rudi zal ik ook zeker meenemen, afgaande op zijn race in Mont-Sainte-Anne. De komende tijd bepaal ik samen met Gerben en Thorwald definitief wie zich nog bij die selectie voegt. Op 18 augustus brengen we alles pas naar buiten.”

vanderheijdenwk
Van der Heijden werd vorig jaar op het WK in Pietermaritzburg derde bij de beloftes.

De bondscoach beseft dat het zijn selectie-criteria  soms wat verwarring kunnen scheppen. “De bondscoach van het Nederlands elftal heeft het wat dat betreft makkelijker. De richtlijnen zijn er om het voor iedereen duidelijker te maken, maar er is – zeker als het om twijfelgevallen gaat – ook een andere kant. Toch denk ik er niet over om het anders te doen en zonder prestatienormen een selectie bekend te maken. Ik ben ervan overtuigd dat dit de juiste manier is.”